3 mrt 2022
Uitspraak ingezonden door Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger.
Geen nieuwe licentieovereenkomst
Vzr. Rb Amsterdam 3 maart 2022, IEF 20574; ECLI:NL:RBAMS:2022:971 (Blendle tegen DPG Media) Blendle en DPG hebben een licentieovereenkomst gesloten voor een jaar, zonder automatische verlenging. DPG heeft aan Blendle laten weten niet te willen onderhandelen over een nieuwe licentieovereenkomst. Blendle vordert DPG te veroordelen tot voortzetting van de levering van de content, als bedoeld in de licentieovereenkomst 2021 en onder dezelfde voorwaarden voor een periode van twaalf, althans zes maanden na dit vonnis. In tegenstelling tot wat Blendle aanvoert oordeelt de voorzieningenrechter dat hier geen sprake is van een duurovereenkomst. Daarnaast staat vast dat DPG geen economische machtspositie heeft op de markt voor het aanbieden van algemeen online nieuws voor consumenten in Nederland, zodat zij daarvan ook geen misbruik kan maken. DPG hoeft dus geen nieuwe licentieovereenkomst aan te gaan met Blendle. De vorderingen worden afgewezen.
4.2. Onder deze omstandigheden kan niet worden gesproken van een duurovereenkomst. Met name niet, nu DPG expliciet erop heeft gewezen dat de licentieovereenkomst 2021 niet automatisch zou worden verlengd, en dat deze van rechtswege zou eindigen op 31 december 2021, terwijl zij al vanaf in ieder geval 2018 heeft laten weten dat de ontwikkeling, waarbij de grootste omzet verschoof van de verkoop van losse artikelen naar een abonnementsmodel, voor haar niet toekomstbestendig was. Blendle heeft er dan ook niet op mogen vertrouwen dat DPG hoe dan ook de licentieovereenkomst zou voortzetten. Het stond DPG in de gegeven omstandigheden dus vrij om de licentieovereenkomst niet te verlengen, zeker nu zij deze uit coulance nog heeft laten doorlopen tot 1 april 2022.