Gepubliceerd op dinsdag 16 oktober 2018
IEF 18026
Rechtbanken ||
10 okt 2018
Rechtbanken 10 okt 2018, IEF 18026; ECLI:NL:RBDHA:2018:12254 (Philips tegen Lidl), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-slaafse-nabootsing-van-scheerapparaat-dat-niet-meer-op-de-markt-is

Geen slaafse nabootsing van scheerapparaat dat niet meer op de markt is

Rechtbank Den Haag 10 oktober 2018, IEF 18026; ECLI:NL:RBDHA:2018:12254 (Philips tegen Lidl) Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Philips is houdster van de Philips-merken waaronder de scheerapparaten ST3D en Artitec worden verkocht. Tussen Philips International en de ontwerper van de scheerapparaten enerzijds en Koninklijke Philips anderzijds is een akte gemaakt ter overdracht van auteursrechten. Deze is alleen ondertekend door ontwerper en Koninklijke Philips. Op grond van artikel 2 lid 3 Aw geschiedt overdracht van auteursrecht door levering middels een daartoe bestemde akte. Nu voor een geldige (onderhandse) akte in elk geval vereist is dat deze is ondertekend door de vervreemder, in dit geval Philips International, is de “Deed of Assignment” niet als een geldige levering van de auteursrechten op de Arcitec aan te merken. Eventuele auteursrechten op de ST3D komen toe aan Koninklijke Philips en dat eventuele auteursrechten op de Arcitec toekomen aan Philips International, welke laatste echter geen partij is bij deze procedure. Lidl heeft onder de merknaam Silvercrest scheerapparaten op de markt gebracht. Philips beroept zich op ten onrechte op haar auteursrecht: veel van de overeenkomende elementen in de Silvercrest en de ST3D zijn ook te vinden in de Artitec, zodat wat die elementen betreft geen sprake is van auteursrechtelijke beschermde eigen creatieve keuzes in de ST3D. Het beroep op slaafse nabootsing slaagt niet, omdat Philips geen eigen gezicht op de markt had ten tijde van het op die markt verschijnen van Silvercrest. Vorderingen afgewezen.

4.22. Lidl heeft ten aanzien van de “Deed of Assignment” tussen Philips International en [de ontwerper] enerzijds en Koninklijke Philips anderzijds erop gewezen dat deze niet door Philips International is ondertekend, zodat geen sprake is van een geldige overdracht van auteursrechten. Philips heeft daarop niet gereageerd. De rechtbank stelt vast dat de door Philips overgelegde “Deed of Assignment” is ondertekend door een vertegenwoordiger van Koninklijke Philips op 7 augustus 2007 en door [de ontwerper] op 7 juli 2016. Een handtekening van een vertegenwoordiger van Philips International ontbreekt echter. Op grond van artikel 
2 lid 3 Aw geschiedt overdracht van auteursrecht door levering middels een daartoe bestemde akte. Nu voor een geldige (onderhandse) akte in elk geval vereist is dat deze is ondertekend door de vervreemder, in dit geval Philips International, is de “Deed of Assignment” niet als een geldige levering van de auteursrechten op de Arcitec aan te merken. Voor zover Philips stelt dat [de ontwerper] , bij wiens naam wel een handtekening is geplaatst, de auteursrechten op de Arcitec heeft overgedragen aan Koninklijke Philips, stuit dit af op artikel 7 Aw. Zoals hiervoor is overwogen, is op grond van dat artikel immers niet [de ontwerper] zelf, maar zijn werkgever Philips International aan te merken als auteursrechthebbende. Dat Philips International en [de ontwerper] anders zouden zijn overeengekomen, is gesteld noch gebleken.

4.23. Uit het voorgaande volgt dat eventuele auteursrechten op de ST3D toekomen aan Koninklijke Philips en dat eventuele auteursrechten op de Arcitec toekomen aan Philips International, welke laatste echter geen partij is bij deze procedure. Dat betekent dat de rechtbank niet toekomt aan de vraag of sprake is van auteursrechtinbreuk op de Arcitec. De rechtbank beperkt zich om die reden hierna tot beoordeling van de vorderingen met betrekking tot de ST3D. Dat beide rechtspersonen onderdeel uitmaken van het Philips-concern, zoals Philips lijkt te betogen, vormt geen grond voor een ander oordeel. De afzonderlijke rechtspersoonlijkheid van de vennootschappen staat daar aan in de weg.

4.35. De overkomsten en verschillen tussen de Silvercrest en de ST3D in samenhang beschouwd en bezien tegen de achtergrond van de creatieve keuzes die de ST3D tot een eigen intellectuele schepping maken die auteursrechtelijk beschermd is (zoals hiervoor in 4.31 en 4.32 overwogen), brengen de rechtbank tot het oordeel dat geen sprake is van inbreuk op de auteursrechten op de ST3D door de Silvercrest. Veel van de overeenkomende elementen in de Silvercrest en de ST3D, zoals de contouren van het handvat aan de voorzijde, het gebruik van v-vormen en het gebruik van afwisselend zwart en metaalkeurig materiaal, zijn ook terug te vinden in de Arcitec, zodat wat die elementen betreft geen sprake is van auteursrechtelijk beschermde eigen creatieve keuzes in de ST3D. De overige overeenkomende elementen, zoals de inkeping en ribbels aan de achterzijde, de drie lagen van de scheerkoppen en de (plaats van de) aan/uit knop, zijn in de Silvercrest anders vormgegeven dan in de ST3D en wegen in de totaalindruk niet op tegen de hiervoor weergegeven verschillen.

4.39. Uit het voorgaande volgt dat voor een beroep op slaafse nabootsing vereist is dat het product, derhalve de ST3D, een eigen gezicht op de markt heeft op het moment dat het beweerdelijk verwarringwekkend nabootsende product, derhalve de Silvercrest, op de markt wordt aangeboden. Tussen partijen is niet in geschil dat de Silvercrest in juni 2016 in Nederland op de markt is gebracht. Lidl voert aan dat de ST3D op dat moment niet meer door Philips in Nederland op de markt werd gebracht. Philips heeft dat ook niet gesteld, maar betoogt dat de ST3D in juni 2016 nog wel een eigen plaats op de markt had. Zij heeft in dat verband verwezen naar haar grote marketinginspanningen, verkoopaantallen, klantbeoordelingen (reviews) en in 2011 ontvangen designprijzen betreffende de ST3D. Voorts heeft zij gesteld dat de ST3D ook na juni 2016 nog op websites zoals eBay en Amazon werd aangeboden en dat er nog scheerkoppen en nieuwe onderdelen voor de ST3D worden verkocht.

4.40. Indien een product niet meer door de producent wordt aangeboden, kan niet worden gezegd dat dat product een zodanig eigen gezicht op de markt heeft, dat nabootsing daarvan een onrechtmatige daad in de vorm van oneerlijke mededinging oplevert18. De relevante markt omvat naar het oordeel van de rechtbank slechts producten die ten tijde van de gestelde slaafse nabootsing daadwerkelijk op de markt waren en daardoor een concurrentiepositie hadden die voor bescherming tegen slaafse nabootsing in aanmerking kon komen. Dat op het internet nog reclame-uitingen en klantbeoordelingen zijn te vinden betreffende de ST3D, maakt niet dat de ST3D in juni 2016 nog een eigen gezicht op de markt had in de hiervoor bedoelde zin. Dat geldt ook voor de omstandigheid dat het product mogelijk nog wel via een wederverkoper op websites als eBay of Amazon kon worden gekocht, dan wel dat nog reserveonderdelen werden aangeboden. De door Philips ingestelde vorderingen zien immers op bescherming van haar eigen handelspositie met betrekking tot de ST3D, en dus niet op vervangingsonderdelen van de ST3D, en niet op de handelspositie van eventuele derden via wie haar producten mogelijk nog wel worden aangeboden. Het beroep van Philips op slaafse nabootsing kan, vanwege het ontbreken van een eigen gezicht op de markt ten tijde van het op die markt verschijnen van de Silvercrest, dan ook niet slagen.