Gepubliceerd op woensdag 1 februari 2017
IEF 16559
Rechtbank Amsterdam ||
31 jan 2017
Rechtbank Amsterdam 31 jan 2017, IEF 16559; (De Huizendokter F tegen T), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-spoedeisend-belang-de-huizendokter-na-13-maanden-na-aanpassing-website

Uitspraak ingezonden door Leonie Kroon, Dillinger Law.

Geen spoedeisend belang De Huizendokter na 13 maanden na aanpassing website

Vzr. Rechtbank Amsterdam 31 januari 2017, IEF 16559 (De Huizendokter F tegen T) Handelsnaamrecht. Spoedeisend belang. De Huizendokter Haarlem geeft zijn opdrachtgevers bouwkundig advies en onderhouddomein dehuizendokter.nl. Gedaagde schrijft in het handelsregister "De Huizendokter" in; onderhoudt een YouTubekanaal met klusadvies en houdt zich bezig met bouwkundige keuringen; aangeboden via domeinnamen zonder deze term (bijvoorbeeld: bouwkundige-keuring-amsterdam.com). Partijen hebben in oktober 2015 een gesprek gehad, T heeft hem geïnformeerd over de wijzigingen aan de website (verwijderen van 'Haarlem'); die mail is beantwoord. Het spoedeisend belang is verdwenen door het langdurig stilzitten van De Huizendokter. De gegeven redenen (ziekte van schoonmoeder, niet-onderbouwd reclame-offensief, voicemail waarin samenwerking wordt voorgesteld) maken het niet aannemelijk dat de situatie ingrijpend is gewijzigd. De Huizendokter kan de uitkomst van een bodemprocedure afwachten.

4.4. F voert een drietal redenen aan waarom hij ondanks zijn langdurig stilzitten spoedeisend belang heeft bij zijn vordering. De eerste daarvan is dat hij in de periode van dertien maanden een tijd uit de running is geweest in verband met ziekte van zijn schoonmoeder. Dat is echter een omstandigheid die voor zijn risico komt waarmee geen spoedeisend belang kan worden gecreëerd. Als tweede reden geeft F dat T recentelijk via internet een reclame-offensief is gestart, waardoor hij nu meer dan in oktober 2015 last heeft van de onderneming van T. T betwist dat hij zijn bekendheid door midden van een reclamecampagne heeft opgeschroefd. F heeft geen schriftelijk materiaal overlegd waaruit zijn gelijk blijkt. Dat het internetgebruik van T ten opzichte van oktober 2015 explosief is gestegen, is dan ook niet aannemelijk geworden. Als laatste reden heeft F gegeven dat T op 22 november 2016 een voicemailbericht bij hem heeft achtergelaten waarin T laat weten dat hij onder de naam "De Huizendokter" een franchiseformule wil uitrollen. Ter zitting heeft T verklaard geen plannen voor een franchiseketen te hebben, maar nog steeds open te staan voor samenwerking met F, hoewel hij zich niet netjes door F behandeld voelt. Tegenover deze betwisting heeft F niet aannemelijk gemaakt dat T doende is, of dreigt een franchiseketen op te zetten. Vooralsnog is niet aannemelijk dat de situatie sinds oktober 2015 ingrijpend is gewijzigd. Het belang van F vraagt dan ook geen onmiddellijk ingrijpen door de voorzieningenrechter; hij kan de uitkomst van een bodemprocedure afwachten. Om deze reden zal de vordering worden afgewezen.