Gepubliceerd op maandag 8 augustus 2005
IEF 751
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Geen substantiële overeenkomst

Geen onverbiddelijke bestseller zonder inbreukclaim: Lewis Perdue, schrijver van de boeken Daughter of God en The Da Vinci Legacy claimde dat Dan Brown met zijn bestseller The Da Vinci Code auteursrechtinbreuk maakte, zo meldt literatuurplein. Het boek van Brown zou zijn gebaseerd op Perdues eerdere boeken.

Het Federaal Districtshof in Manhattan vond van niet en stelde vast dat er “geen substantiële overeenkomst” is tussen de boeken van Perdue en dat van Brown. De gelijkenis tussen de betreffende boeken ligt volgens de rechter op het niveau van reeds eerder bekende en ook anderszins niet auteursrechtelijk beschermde ideeën.

Daughter of God, waarin ook de overgang van een door vrouwen naar een door mannen gedomineerde kerk onder keizer Constantinus een rol speelt, is volgens de rechter een “met name op de actie gerichte thriller, met verschillende vuurgevechten en gewelddadige doden”. Dit in tegenstelling tot The Da Vinci Code dat “een intellectuele, complexe speurtocht naar een schat is waarbij het meer gaat om raadsels en aanwijzingen dan om ‘fysieke avonturen’.” Perdue krijgt derhalve niet de schadevergoeding van 150 miljoen dollar die hij had gevraagd. Noch wordt er een verbod uitgevaardigd op de verkoop van The Da Vinci Code en de verfilming van het boek. Perdue heeft aangegeven in beroep te gaan.