16 sep 2025
Geen verwarringsgevaar tussen “Charlies” en “Charleys” door verschillen in type horeca en doelgroep

Rb. Midden-Nederland 16 september 2025, IEF 22965; ECLI:NL:RBMNE:2025:5031 (Charlies Burger/Take Out tegen Charleys). Een horeca onderneming exploiteert in [plaats] twee zaken: Charlies Burger, een American-dinerachtig restaurant in het centrum, en Charlies Take Out, een afhaal- en bezorglocatie in [plaats]-Noord. Een andere ondernemer heeft in [plaats]-Noord een koffie- en lunchroom geopend onder de naam Charleys. De eerste ondernemer stelt dat deze naam te veel lijkt op haar handelsnaam “Charlies” en daardoor verwarring bij het publiek veroorzaakt. Zij voert aan dat de toevoegingen “Burger” en “Take Out” in de praktijk vaak niet worden gebruikt, waardoor het publiek beide ondernemingen kan verwarren. Op grond van artikel 5 Handelsnaamwet vordert zij in kort geding een verbod op het gebruik van de naam Charleys en de domeinnaam charleys.nl, op straffe van een dwangsom.
De voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland erkent dat de namen auditief sterk overeenkomen en dat de toevoegingen van de eerste ondernemer niet altijd worden gebruikt. Toch wordt geen gevaar voor verwarring aangenomen. De rechter vindt de verschillen tussen de ondernemingen doorslaggevend: de ene partij exploiteert een American diner en een afhaal- en bezorgservice, gericht op avond- en uitgaanspubliek, terwijl de andere een koffie- en lunchroom in een winkelcentrum runt, gericht op dagpubliek en zonder bezorging. Ook de gebruikte logo’s wijken duidelijk af. Gezien deze verschillen acht de rechter het voor het publiek voldoende duidelijk dat het om verschillende ondernemingen gaat. De vorderingen worden daarom afgewezen en de eiser wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 6.892 op grond van artikel 1019h Rv.
3.8. De handelsnamen lijken op elkaar, zeker als [eiseres] gevolgd wordt in haar stelling dat intern en extern met name de naam Charlies zonder toevoeging wordt gebruikt. De logo’s verschillen echter van elkaar. Belangrijker is echter dat [achternaam gedaagde sub 2 en 3] met haar lunchroom Charleys een andere service biedt en zich op een ander publiek richt dan [eiseres] met haar diner Charlies Burger en afhaal- en bezorglocatie Charlies Take Out. Daarom is de voorzieningenrechter, dit alles afwegend, van oordeel dat onvoldoende gebleken is van verwarringsgevaar. De vraag of [eiseres] de handelsnaam ‘Charlie’s’ al voerde vóórdat [achternaam gedaagde sub 2 en 3] haar onderneming onder de naam Charleys ging drijven, hoeft daarom verder niet te worden besproken. De vordering tot het staken van het gebruik van de handelsnaam Charleys wordt afgewezen.