Gepubliceerd op dinsdag 27 juni 2023
IEF 21516
Gerecht EU (voorheen GvEA) ||
21 jun 2023
Gerecht EU (voorheen GvEA) 21 jun 2023, IEF 21516; ECLI:EU:T:2020:350 (Vitromed/EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/gerecht-eu-vitromed-germany-verliest-van-vitromed-healthcare

Gerecht EU: Vitromed Germany verliest van Vitromed Healthcare

Gerecht EU 21 juni 2023, IEF 21516, LSR 2191; ECLI:EU:T:2023:350 (Vitromed/EUIPO) In deze zaak ging het om een merk dat VitromedGermany wilde registreren. Vitromed Healthcare, die zich in de zaak voegde, wilde deze registratie tegengaan. Het EUIPO stelt dat Vitromed Healthcare, houder van het oudere merk, in haar belangen geschaad zou worden als het merk zou worden ingeschreven door de gelijkenis tussen de twee merken - met name het woordmerk 'Vitromed'. Het EUIPO besloot dat de overeenkomstigheid tussen de twee merken verwarringsgevaar opleverde. Vitromed Germany komt hiertegen in beroep bij het Gerecht. 

Het Gerecht buigt zich in deze zaak over de vraag of er een verwarringsgevaar te duchten is tussen de twee merken. In het beantwoorden van deze vraag merkt het Gerecht op dat de twee merken dezelfde goederen en diensten leveren, maar daarbij een totaal ander publiek aanspreken. Waar Vitromed Germany zich richt op hooggespecialiseerde dokters, richt Vitromed Healthcare zich op het algemene publiek. 

Als het Gerecht naar de waardering van de overeenkomstigheden tussen de merken van partijen kijkt, ziet het dat er sprake is van grote overeenkomstigheden op bijna elk vlak. Zowel auditief als visueel vertonen de twee tekens grote gelijkenis. Ook conceptueel lijken de twee merken op elkaar, nu beide een referentie maken naar de uitdrukking 'in vitro'. Het Gerecht komt tot de conclusie dat er een redelijk gevaar op verwarring te duchten is en dat het beroep van Vitromed Germany moet worden afgewezen. 

 

27 Dans le cadre de l’appréciation globale du risque de confusion, il convient de prendre en compte le consommateur moyen de la catégorie de produits concernée, normalement informé et raisonnablement attentif et avisé. Il y a également lieu de prendre en considération le fait que le niveau d’attention du consommateur moyen est susceptible de varier en fonction de la catégorie de produits ou de services en cause [voir arrêt du 13 février 2007, Mundipharma/OHMI – Altana Pharma (RESPICUR), T‑256/04, EU:T:2007:46, point 42 et jurisprudence citée].

37 La requérante soutient que les produits relevant de la classe 10 désignés par la marque demandée ne sont pas similaires aux produits désignés par la marque figurative antérieure. Elle fait valoir qu’elle produit elle-même ses produits et que ces derniers « sont fabriqués exclusivement à partir d’un matériau spécial qu[’elle] seule utilise ». Elle ajoute que ses produits sont directement commercialisés auprès de cliniques alors que les produits de l’intervenante seraient commercialisés dans des pharmacies et des drogueries. Enfin, elle relève que l’intervenante n’a pas encore fait usage de la marque figurative antérieure.

67 En l’espèce, la chambre de recours a considéré que le risque de confusion était établi compte tenu de l’identité ou de la similitude des produits en cause, de l’identité des marques en conflit sur le plan phonétique et du degré élevé de similitudes visuelle et conceptuelle de ces marques.