Gerecht: 'OMV' is een merk met uitzonderlijke mate van bekendheid

Gerecht EU 3 september 2024, IEF 22935; IEFbe 3983; ECLI:EU:T:2025:823 (OMV AG tegen EUIPO, Combe International). De Kamer van Beroep oordeelde dat de merken visueel in grote mate overeenstemmen, auditief 'slechts' gemiddeld overeenstemmen en begripsmatig niet overeenstemmen. Het Gerecht volgt deze redenering. Merkhouder OMV AG voert aan dat het EUIPO bij zijn beoordeling had moeten erkennen dat het oudere merk een uitzonderlijke mate van bekendheid heeft, die niet beperkt is tot de ingeschreven klassen. Hier sluit het Gerecht zich bij aan, door te oordelen dat de Kamer van Beroep een beoordelingsfout heeft gemaakt. Uit het voorgelegde bewijsmateriaal bleek dat deze merken van OMV AG een uitzonderlijke bekendheid genoten die verder reikte dan het relevante publiek voor de waren en diensten waarvoor deze merken waren ingeschreven.

OMV AG betoogt verder dat de Kamer van Beroep een fout heeft gemaakt bij haar globale beoordeling van de relevante factoren om vast te stellen of er een verband bestond tussen de merken, door te veel gewicht toe te kennen aan de vergelijking tussen de waren en diensten. Deze beoordeling is globaal, rekening houdend met alle relevante factoren. Het Gerecht gaat na of de Kamer van Beroep het verband juist heeft beoordeeld. Het oudere merk heeft wegens haar bekendheid een sterk onderscheidend vermogen. Het Gerecht komt tot het oordeel dat de Kamer van Beroep een fout heeft gemaakt want de betrokken merken stemmen visueel sterk overeen, auditief ten minste in gemiddelde mate en de het oudere merk heeft een uitzonderlijke reputatie en daardoor een versterkt onderscheidend vermogen. Daarnaast tonen de betrokken waren en diensten, hoewel zij niet overeenstemmen, toch een zekere verwantschap. Het Gerecht geeft OMV AG gelijkt en vernietigt het besluit van het EUIPO. 

43.      Secondly, in its observations in reply before the Board of Appeal, the applicant relied on several studies on the cross-sectoral reputation of the earlier marks. In particular, in the study contained in Exhibit No 58, produced before EUIPO, entitled ‘Study by INTEGRAL 2020 in Austria’, and concerning the level of awareness of the names of certain undertakings, regardless of the sector in which they operated, the earlier marks were recognised by 96% of the general public, which made those marks the most recognised by the Austrian public ahead of other well-known marks unrelated to the applicant’s field of activity. In that regard, the applicant had, moreover, claimed before EUIPO that the objective of that study was not to examine whether those marks were known to the relevant public for specific products or services, but to measure their reputation in a cross-industry context.