Gepubliceerd op donderdag 12 juli 2018
IEF 17831
Rechtbank Amsterdam ||
11 jul 2018
Rechtbank Amsterdam 11 jul 2018, IEF 17831; (Bandit tegen Bandit mistgeneratoren), https://ie-forum.nl/artikelen/geringe-afwijking-in-de-naamgeving-tussen-bandit-en-bandit-mistgeneratoren

Uitspraak ingezonden door Quirijn Meijnen, LMO advocaten.

Geringe afwijking in de naamgeving tussen Bandit en Bandit Mistgeneratoren

Vzr. Rechtbank Amsterdam 11 juli 2018, IEF 17831 (Bandit tegen Bandit mistgeneratoren) Handelsnaamrecht. Merkenrecht. Bandit produceert beveiligingsapparatuur, in het bijzonder mistgeneratoren. In de dagelijkse praktijk heeft BM de rol van distributeur in Nederland van Bandit NV beveiligingsapparatuur uitgevoerd. BM houdt sinds 2001 de domeinnaam bandit.nl. Aan deze domeinnaam is een actieve website verbonden waarop onder de naam Bandit diensten en producten worden aangeboden op het gebied van de verkoop van Bandit mistgeneratoren en meer in het algemeen het installeren en onderhouden van alarminstallaties. Bandit vordert dat BM en BI wordt geboden zich te onthouden van elk gebruik van aanduidingen en/of tekens die inbreuk maken op het door Bandit NV geregistreerde merk Bandit. Er is sprake van een geringe afwijking in de naamgeving van partijen en door de aard van die ondernemingen is bij het publiek verwarringsgevaar te duchten. Vorderingen worden toegewezen ex 5 Hnw en 2.20 lid 1 sub b BVIE. Overdracht domeinnaam wordt bevolen.

5.9. Anders dan BM en BI hebben betoogd is door de geringe afwijking in de naamgeving van partijen en de aard van die ondernemingen bij het publiek verwarringsgevaar te duchten. Bandit NV heeft immers onweersproken gesteld dat zij de door haar geproduceerde beveiligingsapparatuur in Nederland verkoopt en indien gewenst installeert bij haar klanten. De handelsactiviteiten van BM en BI zijn hetzelfde, en voor dezelfde producten. Het publiek zou daardoor niet alleen kunnen denken met het ene bedrijf te maken te hebben terwijl het om het andere gaat, maar ook dat de ondernemingen van Bandit NV enerzijds en BM en BI anderzijds met elkaar in relatie staan, zoals Bandit NV terecht heeft gesteld. Bandit NV heeft onweersproken gesteld, ondersteund met een verklaring van een zakenrelatie van haar in Nederland, dat deze verwarring heeft plaatsgevonden.

5.10. Op voorhand is daarmee voldoende aannemelijk dat de bodemrechter de stelling van Bandit NV dat bij het publiek verwarring te duchten is door het gebruik van het woord “bandit” in de bedrijfsnamen van BM en BI zal volgen. Dat gebruik is dan ook een inbreuk op de handelsnaam van Bandit NV (artikel 5 Handeisnaamwet).

5.11. Daarnaast heeft Bandit NV gesteld dat BM en BI inbreuk maken op de merken van Bandit NV in de zin van artikel 2.20 lid 1 onder a en b BVIE.
5.12. Voor een inbreuk als bedoeld in artikel 2.20 lid 1 onder a BVIE is vereist dat merk en teken gelijk zijn. In dit geval wordt geoordeeld dat de merken van Bandit NV en het woord ‘bandit” in de handelsnamen en domeinnaam van BM en BI gelijk zijn aan de merkrechten van Bandit NV en dus een inbreuk maken op die merkrechten van Bandit NV als bedoeld in artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE. 5.13. Uit hetgeen onder 5.9 is overwogen vloeit daarnaast voort dat voorshands voldoende aannemelijk is dat bij het publiek verwarring over het merk “bandit” kan ontstaan (artikel 2.20 lid 1 onder b BVIE).