Gepubliceerd op dinsdag 4 juli 2006
IEF 2293
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Gestanste spijkerknoopjes

Rechtbank Amsterdam, 15 juni 2006, K606-642P. Tommy Hilfiger Licensing, Inc tegen Basilicum B.V.& Mills Brothers B.V. (Met dank aan Martin Hemmer, AKD Prinsen Van Wijmen).  

Tot de Europese collectie van kledingproducten van ontwerper Tommy Hilflger behoort onder meer de zogenoemde GAGE spijkerbroek. Basilicum drijft een keten van kledingwinkels met vestigingen door heel Nederland, ondermeer onder de handelsnaam The Sting, Lady Sting en The Sting Network. Mills Brothers is houdster van de intellectuele eigendomsrechten van de winkels en producten van The Sting. waaronder de rechten op het woordmerk Hallinger en het beeldmerk H, die beiden in  2003 zijn geregistreerd.

Tommy Hilfiger vordert, verkort weergegeven, The Sting te veroordelen tot het staken en gestaakt houden van iedere inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Tommy Hilfiger met betrekking tot de GAGE spijkerbroek en de Tommy Hilfiger knoop. Verder vordert Tommy Hilfiger The Sting te veroordelen ieder gebruik van de tekens Hallinger, H Hallinger en Hallinger Denim en/of van ieder ander teken dat overeenstemt met de merken van Tommy Hilfiger te staken en gestaakt te houden.

Bij een vergelijking van de GAGE broeken de Hallinger broek valt op dat weliswaar kenmerken van de GAGE spijkerbroek van Tommy Hilfiger ook in de Hallinger broek van The Sting terugkomen. maar dit betekent niet dat daarmee sprake van inbreuk is. Daarvoor moet immers de gehele combinatie van kenmerken door de ander zijn overgenomen. Tommy Hilfiger heeft ook nadrukkelijk geen beroep gedaan op auteursrechtelijke bescherming van individuele kenmerken of een deel van de combinatie van kenmerken, maar juist op de gehele combinatie van kenmerken.

De voorzieningenrechter is met The Sting van oordeel dat naast de overeenstemmende details, (…)  die overigens weinig origineel te noemen zijn, ook relevante verschillen tussen de broeken zijn aan te merken, die maken dat de totaalindrukken van de broeken anders zijn. Nu als gevolg van het groot aantal verschillende kenmerken de totaalindrukken van de broeken geheel anders zijn, kan van een inbreuk op de auteursrechten niet worden gesproken.

Voor het door Tommy Hilfiger gedane beroep op het modelrecht geldt hetzelfde als hiervoor is overwogen over het auteursrecht. Voor inbreuk moet de combinatie van elementen in het geheel of nagenoeg geheel door The Sting zijn overgenomen en daarvan is hier, gelet op het groot aantal relevante verschillen in de broeken, geen sprake. Het beroep op het modelrecht slaagt dan ook niet.

Gelet op die relevante verschillen kan evenmin gezegd worden dat The Sting met haar Hallinger broek de GAGE broek van Tommy Hiltiger slaafs heeft nagebootst.
De voorzieningenrechter is met The Sting van oordeel dat geen van de door The Sting gebruikte tekens zoals hierboven vermeld op verwarringwekkende wijze overeenstemt met de merken zoals door Tommy Hilfiger gedeponeerd. Zowel visueel als auditief gezien zijn de tekens en merken verschillend. Dat van “Hilfiger” en “Hallinger”, de dominerende elementen van de merken en tekens, het aantal letterepen gelijk is, enkele medeklinkers overeenkomen en beide woorden, beginnen met een en eindigen op “er” is onvoldoende om relevante overeenstemming aan te nemen.

Ook de toevoeging van het beschrijvende woord “Denim” maakt dit niet anders. Op geen enkele wijze is aannemelijk gemaakt dat deze geringe overeenstemming tussen merken en tekens de afgelopen jaren tot enige verwarring heeft geleid. Van een handelen in strijd met artikel 13 A lid 1 sub b BMW is dan ook niet gebleken.

Ook is niet aannemelijk dat het in aanmerking komende publiek een verband zal leggen tussen de merken van Tommy Hilfiger en de tekens van The Sting en dat als gevolg daarvan ongerechtvaardigd voordeel zal worden getrokken uit en/of afbreuk zal worden gedaan aan het onderscheidend vermogen en/of de reputatie van de merken in de zin van artikel 13 A lid 1 sub c BMW. Van enig inbreuk op de merkenrechten van Tommy Hilfiger is dan ook geen sprake.

Gelet op het voorgaande zijn geen van de vorderingen toewijsbaar.

Lees het vonnis hier.