5 nov 2025
Uitspraak ingezonden door Daan Breuking, Holla.
Haagse rechter bevoegd in merkgeschil over de Gluggle Jug
Rb. Den Haag 5 november 2025, IEF 23065; C/09/675283 / HA ZA 24-958 (Gluggle Jug c.s. tegen Inbound To Anglia). The Gluggle Jug Factory is een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde producent en distributeur van de Gluggle Jug. In 2022 heeft zij de intellectuele eigendomsrechten gekregen. Gluckigluck heeft een exclusieve licentie om het Gluggle Jug-merk te gebruiken in het economisch verkeer binnen Europa. Een andere onderneming uit het Verenigd Koninkrijk, Inbound To Anglia, biedt via Amazon in verschillende landen, waaronder Nederland, de vaas 'Bubble Jug' aan. Gluggle Jug c.s. heeft Inbound gesommerd het gebruik van het teken 'Bubble Jug' te staken. Inbound to Anglia betwist inbreuk. Gluggle Jug c.s. vordert in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat er inbreuk plaatsvindt. In dit incident vordert Inbound to Anglia een onbevoegdverklaring van de Nederlandse rechter.
De rechtbank acht zichzelf bevoegd voor zover de vorderingen zijn gegrond op artikel 6:162 BW. Volgens artikel 6 sub e Rv is de rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan, bevoegd. Vaste uitleg door het Hof van Justitie bepaalt dat onder de plaats van het schadebrengende feit zowel de plaats waar de veroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan (het Handlungsort of locus delicti/actus) als de plaats waar de schade is ingetreden (het Erfolgsort of locus damni). Gluggle Jug c.s. heeft onbetwist aangevoerd dat de Bubble Jug via www.amazon.nl wordt aangeboden. Deze website is vrij toegankelijk in Nederland, ook is het domein '.nl' duidelijk gericht op Nederland. Het is dus mogelijk dat de schade in Nederland intreedt (het Erfolgsort of locus damni). Hierdoor acht de rechtbank Den Haag zich bevoegd om kennis te nemen van het geschil. De hoofdzaak wordt verwezen naar de rol en iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
4.5 Gelet op het bovenstaande is deze rechtbank (internationaal en relatief) bevoegd om van de vorderingen van Gluggle Jug c.s. kennis te nemen. Uit het bevoegdheidsincident blijkt niet dat Inbound to Anglia de (internationale) en relatieve) bevoegdheid van deze rechtbank om kennis te nemen van de vorderingen van Gluggle Jug c.s., met als grondslag onrechtmatige daad, op enige manier heeft betwist, te weten in de zin van artikel 11 of artikel 110 Rv. Zij betwist daarin slechts dat de bevoegdheid ten aanzien van die vorderingen verder strekt dan het Nederlandse grondgebied. De vraag over de territoriale reikwijdte van de bevoegdheid laat d rechtbank in dit incident onbeantwoord, nu de vorderingen van Gluggle Jug c.s. op grond van de onrechtmatige daad zijn beperkt tot Nederland.
4.6 Voor zover de vorderingen van Gluggle Jug c.s. zijn gegrond op inbreuk op het Gluggle Jug Merk, is de rechtbank op grond van de artikelen 123 lid 1, 124 aanhef en onder a en 125 lid 5 UMVo in verbinding van artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk bevoegd om kennis te nemen van de vorderingen van Gluggle Jug c.s. met deze grondslag, nu de veronderstelde inbreuk (mede) heeft plaatsgevonden op Nederlands grondgebied, zoals hiervoor is overwogen. Volgens vast uitleg door het HvJ wordt onder onrechtmatige daad immers mede begrepen inbreuk op een merkrecht.