Gepubliceerd op donderdag 29 juni 2006
IEF 2267
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Haar bevoegdheden te buiten gaat

- Handelingen nr. 31, pag. 1423-1423, 1e Kamer. Behandeling van de brief van de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets  ter zake van COM (2006) 168, gewijzigd voorstel voor een EG-richtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten).
 
- Kamerstuk  30587, nr. C. 1e Kamer. Brief over de vraag of voorstel Europese Commissie voor een richtlijn handhaving intellectuele eigendomsrechten voldoet aan subsidiariteitsbeginsel
 
-Handelingen nr. 91, pag. 5537-5540. 2e Kamer. Behandeling van de Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten.

Uit 30587, nr. C:  "De gezamenlijke vergadering van de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties en de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad concludeert in meerderheid dat de Europese Commissie met onderhavige ontwerprichtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele eigendomsrechten te waarborgen haar bevoegdheden te buiten gaat. De commissies verzoeken daarom de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets bovengenoemde bezwaren over te brengen aan de Europese instellingen en de Nederlandse regering."

 

“De Commissie stelt niet, dat piraten dan wel namakers bij een groot verschil in strafmaat vanuit het land met de laagste maximumstraffen zouden kunnen opereren en dit effectieve bescherming van intellectuele eigendom ernstig belemmert. Zij stelt het niet en dus ontbreekt ook iedere feitelijke onderbouwing.

Aldus wordt evenmin duidelijk waarom een enkele verplichting tot strafbaarstelling niet zou volstaan. In dat geval zouden de lidstaten zelf de verantwoordelijkheid dragen om te zorgen voor adequate strafbaarstelling in hun nationale wetgeving. Deze redenering wordt ook in het TRIPS Verdrag gebruikt, waarnaar de Europese Commissie in overweging (3) van de ontwerprichtlijn verwijst.

Het leggen van de verantwoordelijkheid tot strafbaarstelling bij de lidstaten, zonder specifieke eisen hieraan te stellen, heeft bovendien als voordeel dat de structuur van de nationale strafrechtsystemen niet wordt doorbroken.

Voor de volledigheid wordt hier nog opgemerkt, dat handelen in een lidstaat met «lage» straffen al snel bevoegdheid tot strafrechtelijke vervolging in andere lidstaten schept, te weten wanneer nagemaakte goederen in het normale handelsverkeer in die andere lidstaat terechtkomen. De dader in de lidstaat met lage straffen zal spoedig in een lidstaat met hogere straffen vervolgbaar zijn als uitlokker, medeplichtige of medepleger. 

(…) De gezamenlijke vergadering van de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties en de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad concludeert in meerderheid dat de Europese Commissie met onderhavige ontwerprichtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele eigendomsrechten te waarborgen haar bevoegdheden te buiten gaat. De commissies verzoeken daarom de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets bovengenoemde bezwaren over te brengen aan de Europese instellingen en de Nederlandse regering. 

Eerdere berichten hier.