Gepubliceerd op maandag 10 juli 2006
IEF 2313
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Heet van de naald (3)

Rechtbank Amsterdam 29 juni 2006, LJN:AY1081, H. Schiffmacher en Boomerang Nederland B.V. tegen Herb Industries B.V. & 10Feet B.V.

Over 'schijnkunst' en de vraag of bewerking van een schilderij een werk is en of er sprake is van inbreuk.

Schiffmacher heeft een reproductie van een schilderij, dat behoort te het publieke domein in de categorie 'kitsch', beschilderd en een nieuw oorspronkelijk werk gecreëerd. Boomerang heeft met toestemming van Schiffmacher  ansichtkaarten met zijn werk op de markt gebracht en een boek uitgebracht met een afbeelding van het werk. Op beide is Schiffmacher als maker vermeld.
Bij toeval komt Schiffmacher er achter dat 10Feet een T-shirt op de markt heeft gebracht met (een bewerking van) de afbeelding.

Herb c.s. (de moedermaatschappij van 10Feet) heeft erkend de afbeelding van de ansichtkaart te hebben gebruikt als opdruk voor door haar verkochte kleding. Zij heeft verklaard de afbeelding te hebben ontleend aan een zogenoemd “moodboard”, dat was samengesteld door een studente die Herb c.s. heeft ingeschakeld bij het maken van ontwerpen. Alleen (een kopie van) de voorkant van de kaart was op het moodboard geplakt, zodat Herb c.s. niet konden zien dat op achterzijde © Schiffmacher was vermeld. "Dit neemt niet weg dat het op de weg van Herb c.s. had gelegen om, nu bij het maken van de “moodboards” collages worden gemaakt van ansichten, reproducties, “tags” en dergelijke, na te gaan of mogelijk inbreuk gemaakt zou kunnen worden op intellectuele eigendomsrechten van derden. Herb c.s. heeft zo’n onderzoek naar de herkomst van de afbeelding kennelijk niet ingesteld. Indien dan blijkt dat een derde auteursrecht op een afbeelding claimt, komt dat voor rekening en risico van Herb c.s."

De bewerkte afbeelding kan volgens de rechtbank aangemekrt worden als een werk dat auteursrechtelijke bescherming geniet:
"Los van de vraag of de toegevoegde bestanddelen - de “tatoeages” - ook zelfstandig als een dergelijk werk kunnen worden betiteld, kan aan de bewerking van de oorspronkelijke afbeelding (door Schiffmacher overigens betiteld als “kitsch” en door Herb c.s. als “vlaggendrager van de schijnkunst”) een zekere mate van originaliteit niet worden ontzegd. De daarop aangebrachte, weinig voor de hand liggende, nieuwe elementen maken de uitstraling van de aanvankelijke afbeelding immers wezenlijk anders, mede vanwege de opvallende kleur blauw waarin zij zijn aangebracht. Aldus kan de bewerking worden beschouwd als een nieuw oorspronkelijk werk met de persoonlijke signatuur van de maker."

Het enkele aanbrengen van de zogenoemde “copyright-notice” is onvoldoende om het makerschap te kunnen bewijzen, echter Schiffmacher heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij de maker van het werk is. Het gevorderde verbod wordt toegewezen, de geldvordering afgewezen.
Lees hier het vonnis.