Gepubliceerd op dinsdag 10 april 2012
IEF 11176
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Herhalen dat ACTA geen inperkingen heeft

Kamerbrief verzoek reactie kritiek op ACTA en brede visie internetvrijheid.

1. ACTA-proces
2. Inhoudelijke kritiek op ACTA
3. Mogelijke effecten van ACTA
4. Verhouding met internetvrijheid
5. Huidige stand van Zaken

1. ACTA-proces
Met professor Geist zijn wij voorstanders van een zo groot mogelijke mate van openheid en transparantie ten aanzien van (het proces van) ACTA. De afgelopen jaren hebben wij er ons dan ook voortdurend sterk voor gemaakt om dit te realiseren.
(...) Concluderend zijn wij van mening dat het uiteraard de voorkeur geniet om een onderwerp zoals de bestrijding van namaak en piraterij in de daarvoor bestemde en bestaande multilaterale fora - zoals WTO of WIPO- te bespreken. Nederland zal zich ook blijven inzetten voor een goede discussie over dit onderwerp in deze fora, maar de onmogelijkheid om daar voortgang te boeken mag niet leiden tot passiviteit ten aanzien van de internationale bestrijding van namaak en piraterij. Daarvoor is het probleem te groot.
(...) Daar waar professor Geist vreest dat ACTA-landen derde landen onder grote druk zal zetten om toe te treden, is die vrees ongegrond. Er is er geen enkele indicatie noch enig voornemen dat de EU, al dan niet gesteund door Nederland, ACTA bepalingen aan derde landen waaronder ontwikkelingslanden zal opleggen door deze op te nemen in vrijhandelsovereenkomsten. Wel worden in deze overeenkomsten bepalingen uit het EU-acquis opgenomen, maar op die praktijk heeft ACTA geen invloed.

 

2. Inhoudelijke kritiek op ACTA
Volgens professor Geist betekent ACTA een nieuwe ontwikkeling in het internationaal intellectueel eigendomsrecht in de zin dat de handhaving zich zal gaan richten op derde partijen in plaats van de inbreukmaker.
(...)
Tot slot bekritiseert professor Geist het gebrek aan waarborgen binnen ACTA. Zo zou een proportionaliteitsvereiste ontbreken en voorziet ACTA niet in schadevergoeding ingeval vermeende inbreukmakende goederen ten onrechte door de douane zijn tegengehouden. Anders dan professor Geist veronderstelt, bevat ACTA in artikel 6 wel degelijk het uitgangspunt dat de tenuitvoerlegging van de maatregelen die rechthebbenden ter beschikking staan proportioneel moet zijn in verhouding tot de inbreuk en de belangen van derden. Artikel 12 kent bovendien een recht op schadevergoeding toe wanneer maatregelen ten onrechte zijn toegepast, bijvoorbeeld omdat er bij nader inzien geen inbreuk gemaakt blijkt te zijn. Artikel 18 geldt specifiek voor grenscontroles en biedt de garanties dat ook in geval de douane ten onrechte goederen vasthoudt de benadeelde gecompenseerd wordt. Artikel 27 bevat de waarborg dat grondbeginselen zoals de vrijheid van meningsuiting, een eerlijke procesgang en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer geëerbiedigd worden, als het gaat over handhaving in de digitale omgeving.

3. Mogelijk effecten van ACTA
Voor wat betreft de inhoud van het juridisch kader willen wij hierbij nogmaals herhalen dat ACTA geen betrekking heeft op de inperking van burgerlijke vrijheden of het belemmeren van consumenten. ACTA heeft alleen betrekking op de wijze waarop bedrijven en burgers hun rechten kunnen afdwingen in de rechtszaal, bij de buitengrenzen of via het internet. Er moet niet via een achterdeur Nederlandse en EU-wetgeving worden gewijzigd of met betrekking tot laatstgenoemde geharmoniseerd. ACTA heeft als zodanig dus geen invloed op Nederlandse en Europese bedrijven en burgers; het creëert geen nieuwe verplichtingen of verwijdert waarborgen als voorzien in reeds bestaande wetgeving en de TRIPS/Doha-verklaring, maar zal meer bescherming op de markten van de andere ACTA-deelnemers brengen.

ACTA creëert geen nieuwe intellectuele-eigendomsrechten, noch bepaalt het de duur, de reikwijdte van de bescherming, de wijze van verkrijging of overname hiervan; de aangesloten landen zullen de intellectuele-eigendomsrechten handhaven overeenkomstig de nationale definities hiervan. Daarnaast betreuren wij het dat de indruk blijft bestaan dat ACTA alleen bestaat uit een juridisch kader. Behalve dit kader bestaat ACTA ook uit een groot aantal belangrijke bepalingen ten aanzien van internationale samenwerking en het uitwisselen van best practices om namaak en piraterij te bestrijden.

4. Verhouding met internetvrijheid

In het regeerakkoord is aangegeven dat het kabinet een vrij en open internet bevordert. Een vrij en open internet is niet alleen van groot belang voor de Nederlandse economie, maar kan ook een belangrijke rol spelen in de bevordering van mensenrechten wereldwijd. Het uitgangspunt is dat eenieder vrij is om zich op internet te begeven en te bewegen, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Dit betekent niet dat zomaar alles mag op internet: ook internetvrijheid kent grenzen, die bij of krachtens de wet worden gesteld. De door regelgeving voorziene beperking moet kenbaar en voorzienbaar zijn. Bovendien moet zij noodzakelijk zijn in een democratische samenleving. Dat laatste houdt in dat de beperking proportioneel moet zijn en er redelijkerwijs geen minder ingrijpende maatregel mogelijk is. Zo zijn handelingen die in het wetboek van strafrecht zijn omschreven ook op internet verboden. Ook in de relatie tussen civiele partijen kan aanleiding zijn gelegen om de vrijheid in te perken. Zo kan onrechtmatige of inbreukmakende inhoud – na tussenkomst van de rechter – van internet worden gehaald, ook, in geval de inbreukmaker zelf niet kan worden aangesproken, bij of door een tussenpersoon zoals een internetprovider. Wij zijn ervan overtuigd dat ACTA aan de hiervoor genoemde eis van proportionaliteit voldoet. Op verzoek van uw Kamer hebben wij het verdrag voor voorlichting voorgelegd aan de Raad van State en steunen wij de stap van de Europese Commissie om advies van het Hof van Justitie van de Europese Unie in te winnen over de verhouding met de grondrechten.