Gepubliceerd op donderdag 6 oktober 2005
IEF 1018
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

het bakstenen logo

Vznr. Rb Arnhem 12-08-05, LJN: AR 3111 en Rb. Arnhem 28-09-2005, Ashlar tegen Disaro / Vellum Benelux. (met dank aan Van der Steenhoven voor het aanleveren van het vonnis.)

Ashlar produceert software onder de naam en het 'bakstenen logo' Vellum (maar heeft de naam niet als merk in Europa geregistreerd(!)) en distribueert dit via Vellum GmbH in Duitsland en Vellum's dochter Vellum Benelux B.V. In de distributieovereenkomst is licentie onder Ashlars (toekomstige) IE-rechten opgenomen. Vellum GmbH en Vellum Benelux registreren vervolgens in 1992 het woord/beeldmerk Vellum in de Benelux en bij het WIPO.

Partijen gaan in 2001 uit elkaar en Ashlar deponeert zowel bij het BMB als het OHIM een (niet op Vellum's Benelux) gelijkend Vellum beeldmerk. Vervolgens worden verschillende procedures opgestart waarin uitgemaakt moet worden aan wie de Vellum merken toebehoren. Zowel de Vznr. als de Rb. oordelen dat Ashlar aanspraak kan maken op de merken.

Vznr: ro. 5. "Ashlar maakt sedert 1989 gebruik van de naam “Vellum” en het bakstenen logo voor haar software. Voldoende aannemelijk is dat Ashlar de naam “Vellum” en het bakstenen logo heeft geïntroduceerd, althans met betrekking tot computersoftware, ook door het aangaan van distributieovereenkomsten in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw, in Europa (onder meer) met Vellum Software GmbH en Vellum Benelux. Ook is voldoende aannemelijk dat het opnemen van het woord “Vellum” in de naam van beide laatst genoemde vennootschappen verband houdt met het feit dat zij zijn opgericht voor de distributie van de software van Ashlar. Uit het vorenstaande volgt genoegzaam dat Ashlar eerder gebruik maakte van de naam “Vellum” en het bakstenen logo dan Vellum Benelux en Vellum Software GmbH. Ashlar was daarom niet te kwader trouw toen zij na beëindiging van de distributieovereenkomst het woord “Vellum” en het bakstenen logo als merken liet inschrijven."

6. Het vorenstaande brengt mee dat Ashlar zich jegens Vellum Benelux mag beroepen op haar woordmerk “Vellum” en op het bakstenen logo. Dit leidt ertoe dat Vellum Benelux, doordat zij na de beëindiging van de distributieovereenkomst het bakstenen logo en het woord “Vellum” is blijven gebruiken, onder meer op de software die zij verkoopt, en het woord “Vellum” handhaaft in haar domein- en handelsnaam, op grond van artikel 13A lid 1 sub a BMW en artikel 5a van de Handelsnaamwet onrechtmatig handelt jegens Ashlar.

Ashlar stelt vervolgens in een bodemprocedure dezelfde vorderingen als in kg in. Heeft zij hier nog wel wel belang bij? Ja, oordeelt de Rb.

"Zonder het tijdig instellen van een bodemprocedure bestaat immers de mogelijkheid dat Disaro (de nieuwe naam van Vellum Benelux) een verklaring indient als bedoeld in art. 260 lid 1 Rv, in welk geval de bij het kg-vonnis getroffen voorzieningen hun kracht verliezen. Disaro heeft weliswaar gesteld dat zij berust in het kg-vonnis en niet voornemens is de aanduiding Vellum nog voor haar onderneming en producten te gebruiken (...), maar dat leidt nog niet tot de conclusie dat Disaro daarmee ondubbelzinnig van haar rechten uit hoofde van art. 260 lid 1 heeft afgezien."

Bovendien oordeelt de Rb. dat Disaro inbreuk maakt op de auteursrechten op de software van Ashlar (die zij ook na het uiteengaan van partijen bleef verhandelen) en onrechtmatig handelt door een (overigens niet als auteursrechtelijke werk geachte) slagzin te gebruiken. Van de 19 (!) vorderingen kent de Rb. er 12 toe; de hoogte van de schade dient uitgemaakt te worden in een schadestaatprocedure.

Lees hier kort geding vonnis en hier vonnis in bodemprocedure