Gepubliceerd op maandag 4 februari 2008
IEF 5501
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het begrip belanghebbende

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 8 januari 2008, LJN: BC2703, Dijkzicht Beheer B.V. tegen Euro Management Consultants België N.V.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Kort, weinig opzienbarend arrest over o.a. begrip 'belanghebbende' bij vordering tot vervallenverklaring merk.

Door de eigenaar van geintimeerde, Euro Management Consultants België (EMC België) en de directeur van appelante, Dijkzicht, is in 1997 Euro Management Consultants B.V. opgericht. Dijkzicht heeft deze naam vervolgens als woordmerk gedeponeerd. De samenwerking loopt stuk, Euro Management Consultants B.V. gaat failliet en de vraag blijft over wie de naam mag blijven gebruiken.

EMC België roept in eerste aanleg op succesvolle wijze het verval van het merkrecht wegens niet-gebruik in. In appel betoogt Dijkzicht dat EMC België de vervallenverklaring niet kan inroepen, omdat zij niet is aan te merken als belanghebbende. EMC België zou zich namelijk schuldig hebben gemaakt aan malversaties, die erop gericht waren de belangen van Dijkzicht te schaden.

Het Hof oordeelt dat dit niet terzake doet bij de beantwoording van de vraag of een partij een belanghebbende is:

"4.8 Het hof overweegt hierover het volgende. Het begrip 'belanghebbende' in verband met het inroepen van verval dient op zichzelf ruim uitgelegd te worden. EMC België valt daar in beginsel onder; dat is tussen partijen niet in discussie. Echter, het begrip is in die zin beperkt dat er niet onder valt degene die op grond van bijzondere omstandigheden onbehoorlijk zou handelen jegens degene van wiens merk hij de vervallenverklaring vordert. Van dergelijk onbehoorlijk handelen is sprake indien dat handelen neerkomt op misbruik van bevoegdheid.

De omstandigheden die Dijkzicht in dit verband aanvoert betreffen handelen van EMC België dat op zichzelf genomen los staat van het voeren van het merk. Het door Dijkzicht gestelde onbehoorlijk handelen betreft daardoor een andere situatie dan waarop de hiervoor bedoelde beperking van het begrip 'belanghebbende' ziet. Ook indien hetgeen Dijkzicht over het handelen van EMC België heeft aangevoerd juist is, rechtvaardigt dat niet de conclusie dat EMC België misbruik van bevoegdheid maakt door de vervallenverklaring van het merk te vorderen dan wel anderszins daardoor zodanig onbehoorlijk jegens Dijkzicht handelt dat zij niet als belanghebbende in de zin van artikel 2:27 BVIE kan worden aangemerkt.”

Rechtsinstandhoudend gebruik van het merk wordt niet bewezen geacht, evenals het gestelde eerste gebruik van de handelsnaam. Ook is er geen sprake van misbruik van procesrecht zijdens EMC België. Het Hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Den Bosch.

Lees arrest hier.