Gepubliceerd op donderdag 5 november 2009
IEF 8326
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het hof acht het verwarringsgevaar overigens reëel

Gerechtshof ’s-Gravenhage, beschikking van 3 november 2009, zaaknr. 200.035.180/01, Kluijfhout tegen Gustaf Digel Kleiderfabrikel GmbH & Co.

Merkenrecht. Beroep in oppositieprocedure.  DIGEL tegen DIGO (kleding). Het hof concludeert dat het BBIE de oppositie terecht heeft toegewezen.

12. Gelet op de punten van overeenstemming op visueel en auditief gebied van het teken DIGO en de merken van Digel en de mate van soortgelijkheid van de betrokken waren, als door het Bureau omschreven en door het hof onderschreven, alsmede gelet op het gemiddelde aandachtsniveau van het relevante publiek, is ook het bof van oordeel dat bij bedoeld publiek directe of indirecte verwarring kan ontstaan. Dat in het verleden nooit verwarring zou zijn ontstaan en dat Digel niet eerder bezwaar heeft gemaakt tegen gebruik van het woord-beeldmerk DiGO leidt - indien juist -niet tot een ander oordeel, nu ter beoordeling voorligt of verwarring kan ontstaan. Het hof acht het verwarringsgevaar overigens reëel. Ook de gevolgen die deze beslissing heeft voor de individuele vrijheid van ondernemen van Kluijfhout behoren niet tot de ten deze geldende beoordelingsmaatstaf.

Lees de beschikking hier (website BBIE).