Gepubliceerd op vrijdag 11 januari 2013
IEF 12222
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het internet is steeds meer een fundament geworden voor de vrijheid van meningsuiting

Internetvrijheid in de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) en van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2013, kamerstukken II, 2012/13, 33 400-V, nr. 107.

Het internet is steeds meer een fundament geworden voor de vrijheid van meningsuiting. Juist daarom doen diverse landen pogingen het gebruik van internet in te perken. Maar er bestaat ook een spanning tussen de vrijheid van meningsuiting op internet en commerciële rechten, bijvoorbeeld waar het gaat om het uitwisselen van muziek- en filmbestanden. Nederland is internationaal een voortrekker op het terrein van de internetvrijheid. In 2011 was Nederland gastland van een internationale conferentie over de vrijheid van internet.

Het beleidsterrein van internetvrijheid is volop in beweging, waarbij de steeds verdere integratie met problematiek rond cybersecurity, cybercrime, auteursrecht, privacy, internet governance en gerelateerde thema’s de complexiteit van het dossier continu vergroot. Een AIV-advies over de inzet van Nederland op de middellange termijn voor de bescherming en bevordering van internetvrijheid in het buitenlandbeleid zou die inzet kunnen verscherpen en effectiever kunnen maken.

Vragen die daarbij opkomen zijn:

– hoe kan Nederland het respect voor mensenrechten op internet bij het beheer van het net bevorderen in organisaties als de International Telecommunications Union (ITU) en de Internet Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN)?;

– hoe verhoudt de mensenrechtelijke discussie op internet zich tot binnenlandse wetgeving en ontwikkelingen op het gebied van cybersecurity, en op welke wijze kan de Nederlandse overheid een coherent beleid voeren in zowel binnen- als buitenland?; en

– op welke wijze kan Nederland discussies over big data / e-privacy en gerelateerde thema’s integreren in de inzet op internetvrijheid?

– hoe kan Nederland niet-statelijke actoren inschakelen om de eigen doelstellingen te bereiken?