Gepubliceerd op donderdag 24 oktober 2013
IEF 13175
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het plaatsen van foto's op erotisch website is inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en eer en goede naam

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 22 oktober 2013, ECLI:NLGNSHE:2013:4912 (onrechtmatige publicatie)
Onrechtmatig. Publicatie. Van eiser waren foto's op een erotisch getinte website geplaatst. Deze waren voorzien van suggestieve teksten, waardoor het leek dat eiser escortdame is. De politierechter heeft gedaagde,  die vermeend wordt de foto’s en teksten te hebben geplaatst, uiteindelijk wegens belediging veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, waarvan 20 voorwaardelijk. Eiser heeft in eerste aanleg gevorderd dat gedaagde aansprakelijk is voor alle door haar geleden schade. Zij vorderde schadevergoeding € 18.600,= en verwijdering van alle foto's met teksten onder verbeurte van een dwangsom. De rechtbank heeft de vorderingen afgewezen. Het hof is het daar niet mee eens en stelt dat, wanneer gedaagde de foto's heeft geplaatst, gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld, met name vanwege de inbreuk op eiser haar persoonlijke levenssfeer en eer en goede naam. Het gaat om een afweging van belangen in het kader van het door artikel 8 EVRM beschermde recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en/of eer en goede naam enerzijds, en het door art. 10 EVRM beschermde recht op vrijheid van meningsuiting en informatievrijheid anderzijds.

Gedaagde heeft geen belang bij het plaatsen van de foto's en bijbehorende teksten. Dat eiser eerder vrijwillig met een erotische actrice in het blad Foxy heeft gestaan, betekent niet dat zij nu toestemming heeft gegeven. Bij de foto's en teksten wordt ook de indruk gewekt dat eiser in de escortservice werkt. Gedaagde betwist dat hij de foto's en teksten op internet heeft geplaatst. Het hof verwijst de zaak naar de rol voor akte aan de zijde van gedaagde om bewijs te leveren over dat hij de foto's en teksten niet heeft geplaatst.

Beoordeling
4.12 [appellante] stelt dat [geïntimeerde] door het plaatsen van de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten op bedoelde websites haar persoonlijke levenssfeer en eer en goede naam heeft geschonden, en derhalve onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld.

Veronderstellenderwijs ervan uitgaande dat [geïntimeerde] de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten op bedoelde websites heeft geplaatst (4.13), geldt naar het oordeel van het hof dat [geïntimeerde] onder de gegeven omstandigheden hierdoor onrechtmatig jegens [appellante] heeft gehandeld, met name vanwege de inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer en eer en goede naam. De desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten, tenminste een aantal daarvan, wekken de indruk dat [appellante] werkt als escortgirl, terwijl gesteld noch gebleken is dat dit het geval is. Voor zover een aantal van de foto’s – al dan niet door afwezigheid van de bijbehorende teksten - niet de indruk wekken dat [appellante] werkzaam is als escortgirl, doen de namen van bedoelde websites een dergelijk vermoeden rijzen. Voorzover [geïntimeerde] heeft bedoeld de stelling van [appellante] te betwisten, dat zij zich door de publicatie van de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten op bedoelde websites vaak gestresst voelde, nu zij dacht dat iedereen haar als een escortdame zou beschouwen en zich door iedereen bekeken voelde en derhalve amper haar woning durfde te verlaten, heeft [geïntimeerde] dit onvoldoende gemotiveerd gedaan. [geïntimeerde] heeft evenmin gesteld dat met publicatie van de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten op bedoelde websites een (substantieel en/of publiek) belang was gemoeid, noch is een dergelijk belang gebleken.

Voormeld oordeel wordt niet anders door het gegeven dat [appellante] eerder in de openbaarheid is getreden door vrijwillig mee te doen aan een reportage met [erotisch actrice] in het blad Foxy (prod. 3 cva). Het feit dat in de reportage foto’s van een half ontblote [appellante] zijn opgenomen, terwijl valt te lezen dat [appellante] – na jarenlang als model voor bruidsfoto’s en lingerie te hebben gewerkt – het aandurfde om foto’s te laten maken als opgenomen in de reportage, laat onverlet dat het thans gaat om andere foto’s en teksten, terwijl gesteld noch gebleken is dat [appellante] voor publicatie hiervan toestemming heeft gegeven. [appellante] is door de reportage in Foxy niet “vogelvrij” geworden. Daarbij komt dat de bij de desbetrefende foto’s behorende teksten de indruk wekken dat [appellante] in de escortservice werkt, hetgeen in bedoelde repportage in Foxy niet werd beweerd, zodat de desbetrefende foto’s met bijbehorende teksten de eer en goede naam van [appellante] (verder) aantasten.

Ook het gegeven dat de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten niet eenvoudig op internet waren te vinden, doet geen afbreuk aan voormeld oordeel. [geïntimeerde] heeft niet betwist dat de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten wél waren te vinden. Het feit dat de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten minder gemakkelijk traceerbaar waren, maakt weliswaar dat de openbaarmakingen naar alle waarschijnlijkheid een minder groot publiek hebben bereikt, maar dit laat onder onverlet dat de foto's en teksten hoe dan ook zijn gepubliceerd.

Uit het voorgaande volgt dat het (voorwaardelijk) incidenteel appel faalt.

4.13.1. [appellante] stelt dat [geïntimeerde] de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten op bedoelde websites heeft geplaatst.

Ter toelichting op voormelde stelling voert [appellante] aan dat uit politieonderzoek blijkt dat de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten via het IP-adres van [geïntimeerde] met zijn computer en/of laptop op bedoelde websites zijn geplaatst, terwijl de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten (deels) overeenkomen met de foto’s en teksten die zich bevinden/bevonden op de computer en laptop van [geïntimeerde]. Daarbij had [geïntimeerde] een motief om [appellante] te beschadigen omdat hij door [appellante] was afgewezen, aldus [appellante].

4.13.2. [geïntimeerde] betwist niet dat de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten via zijn IP-adres met zijn computer en/of laptop op bedoelde websites zijn geplaatst, en dat zich foto’s van [appellante] en teksten over [appellante] op zijn computer en laptop bevinden/bevonden. Volgens [geïntimeerde] blijkt echter uit het politieonderzoek niet dat de foto's die zich op zijn computer een laptop bevinden/bevonden, dezelfde zijn als de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten die zijn geplaatst op bedoelde websites. Verder betwist [geïntimeerde] dat hij de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten op bedoelde websites heeft geplaatst. Een derde moet dit via zijn computer en/of laptop hebben gedaan, aldus [geïntimeerde]. Dat was destijds goed mogelijk, omdat [geïntimeerde] een onbeveiligd draadloos netwerk/modem had en zijn computer en laptop altijd aan stonden, zo stelt [geïntimeerde]. Verder betwist [geïntimeerde] dat hij door [appellante] is afgewezen. [appellante] verdacht hem aanvankelijk ook helemaal niet van de plaatsing van de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten op bedoelde websites, want zij begon met aangifte te doen tegen [X.] en [Y.], aldus [geïntimeerde].

4.13.3. De bewijslast van de stelling dat [geïntimeerde] de desbetreffende foto’s met bijbehorende teksten op bedoelde websites heeft geplaatst, rust op [appellante]. Nu [geïntimeerde] de juistheid van deze stelling betwist, dient [appellante] deze te bewijzen.

Lees  de uitspraak hier:
Rechtspraak.nl (link)
ECLI:NLGNSHE:2013:4912