Gepubliceerd op dinsdag 19 februari 2008
IEF 5645
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het rechte slaapzakmodel

bestekhouder.gifGerechtshof ’s-Hertogenbosch, 12 februari 2008, KG C0700233/RO, Driessen tegen Europochette(met dank aan Diederik Stols Diederik Stols, DLA Piper).

Arrest in de bestekenvelopjeszaak. Modellenrecht. Gebruiksfunctie model speelt rol. Resultaatgerichte leer bij technische functie. Verhoging proceskostenveroordeling eerste instantie.

Geïntimeerde Europochette is houdster van een internationaal model en een gemeenschapsmodel met betrekking tot een bestekhouder (een soort enveloppe die in sommige eetgelegenheden wordt gebruikt om een papieren servet, al dan niet tezamen met bestek, op de tafel te presenteren). Appelante Driessen houdt zich bezig met de handel in enveloppen, onder meer voor de gastronomie. Het hof volgt in het onderhavige hoger beroep in grote lijnen de Rechtbank Roermond die in eerdere instantie oordeelde dat  een door Driesen verhandelde bestekhouder inbreuk maakt op het modelrecht van Europochette.

De bevoegdheid ten aanzien van het gemeenschapsmodel, levert geen problemen op. Het hof corrigeert impliciet de motivering van de rechtbank, maar het resultaat is hetzelfde (r.o. 4.2).

Inhoudelijk stelt het hof dat de modellen van Europochette geldig zijn (nieuw, eigen karakter), waarbij het en passant een aardig inkijkje geeft in de wereld van de enveloppe (4.4. e.v.).  Over het oordeel van het hof dat de bestemming, de gebruiksfunctie, van het model een rol speelt is discussie mogelijk.

“4.4. (…) Anders dan Driessen, is het hof derhalve voorshands van oordeel dat de modellen van Europochette in relevante mate afwijken van de genoemde reeds eerder bestaande bestekhouders.

4.5. Dat er al jaren hooggesloten enveloppen bekend zijn die, zoals Driessen stelt, zeer dicht in de buurt komen van het uiterlijk en de maatvoeringen van de Europochette, doet hier niet aan af. Niet gesteld of gebleken is dat hooggesloten enveloppen zoals loonzakjes en collecteenvelopjes ten tijde van de inschrijving van de modellen van Europochette reeds toepassing hadden gevonden in de horeca om bestek/servetten te presenteren. Bovendien is reeds bij de eerste aanblik van de Europochette duidelijk dat het deze niet bestemd is om als enveloppe in de traditionele zin te worden gebruikt (of zoals Driessen dat stelt 'om voorwerpen te omvatten"), omdat een plakrand ontbreekt en bovendien de niet gesloten zijde niet - zoals te doen gebruikelijk bij enveloppen - is voorgevouwen om de enveloppe te kunnen sluiten.

Bij het oordeel over de technische bepaaldheid lijkt het hof de zogenaamde resultaatgerichte leer toe te passen en ook daar is discussie over mogelijk.

“4.7. Driessen heeft zich ten slotte op het standpunt gesteld dat de uiterlijke kenmerken van de Europochette uitsluitend door de technische functie worden bepaald. Ook dat standpunt verwerpt het hof. Reeds uit het enkele feit dat - zoals uit de producties van Driessen blijkt - er andere bestekhouders, dan die waarvoor Europochette haar modelrecht verkreeg, op de markt zijn die voor hetzelfde gebruik geschikt zijn, doch een andere vorm hebben, volgt dat de vormgeving van de bestekhouder van Europochette niet noodzakelijk is voor het bereiken van het technische effect (het op gemakkelijke, snelle en smaakvolle wijze presenteren van bestek, al dan niet tezamen met een servet). Blijkens die producties zijn vele variaties en mogelijkheden denkbaar, zoals een ander maatvoering, andere lengte/breedteverhouding, gesloten modellen (waarin het bestek geheel verdwijnt) of juist geopende (waarbij het bestek uitsteekt) , de wijze waarop het voor- of onderblad zijn afgesneden en het al dan niet omvouwbaar maken van het onderblad. Het valt dan ook niet in te zien dat het slaapzakmodel met een recht afgesneden voorblad, waarop Europochette het modelrecht houdt, noodzakelijk is voor het verkrijgen van bovenomschreven technisch effect en dat het model op die grond geen bescherming zou genieten."
Over de inbreukvraag is het hof vervolgens vrij kort. De verschillen tussen de envelopjes zijn van ondergeschikt belang.

“4.9. (…) Het hof benadrukt hierbij dat het gaat om een vergelijking van de modellen zoals geregistreerd en de bestekhouder zoals door Driessen wordt gebruikt. 4.11. Door de grote mate van overeenstemming tussen de Europochette en de bestekhouder van Driessen (vgl. r.o.

4.10), bezien in het licht van de voldoende ruimte die een ontwerper van een bestekhouder heeft bij de ontwikkeling daarvan (vgl. r.o. 4.7) is naar het oordeel van het hof de conclusie gerechtvaardigd dat de bestekhouder van Driessen bij een horeca-ondernemer geen andere algemene indruk zal wekken dan de Europochette. Het hof concludeert dan ook dat Driessen met haar bestekhouder inbreuk maakt op de Europochette.”

Nu inbreuk is vastgesteld wordt Driessen ook veroordeeld in de proceskosten van Europochette, waarbij de proceskosten in eerste aanleg alsnog worden verhoogd.

“4.14. (…) Het bedrag dat Europochette in dat kader vermeldt, € 15.140,40 betreft de kosten van de eerste aanleg en het hoger beroep. Het hof stelt vast dat de hoogte van dit door Europochette gevorderde bedrag niet bestreden is door Driessen (die zelf een nog hoger bedrag vorderde). Door de voorzieningenrechter is ter zake van de kosten van het geding in eerste aanleg toegewezen een bedrag van £ 8.247,20.

Europochette heeft er op gewezen dat de voorzieningenrechter ten aanzien van de kostenveroordeling heeft verzuimd om rekening te houden met de kosten van de inleidende dagvaarding, de reiskosten voor de zitting in Roermond en het vastrecht voor de eerste aanleg (welke kosten volgens de specificatie van Europochette respectievelijk € 74,02, € 74/70 en € 248,= bedragen, derhalve in totaal £ 396,72).

Nu de advocaat van Driessen zich ter zitting niet tegen toewijzing van die kosten heeft verzet indien Europochette in het gelijk zou worden gesteld, zijn deze kosten toewijsbaar. Het hof zal dan ook de proceskostenveroordeling uit de eerste aanleg vernietigen en verhogen met de zojuist genoemde kosten. Een en ander brengt mee dat overeenkomstig de specificatie van Europochette terzake de kosten van het hoger beroep een bedrag van £ 6.496,48 zal worden toegewezen (€ 15.140,40 min € 8.247,20 min 396,72),

Lees het arrest hier. Eerder vonnis Rechtbank Roermond hier. Eerder vonnis Rechtbank ’s-Gravenhage hier.