Gepubliceerd op donderdag 20 maart 2008
IEF 5867
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het voorgelegde scenario

Rechtbank Amsterdam, 19 maart 2008, HA ZA 07-1427, IJswater Films B.V. tegen Uitgeverij De Bezige Bij & Tommy Wieringa (met dank aan Jacqueline Schaap, Klos Morel Vos & Schaap).

Auteursrecht. Filmrechten, Eiser IJswater eist te verklaren voor recht dat zij het recht heeft verworven het boek Joe Speedboot van Tommy Wieringa te verfilmen. Wieringa heeft niet ingestemd met het voorgelegde scenario (Tommy Wieringa is van mening dat zijn verhaal wordt gebanaliseerd en wordt teruggebracht tot een actiefilm waarin de fijnzinnigheid, de gelaagdheid en de psychologische ontwikkeling die kenmerkend zijn voor het boek ontbreken”) en Wieringa en De Bezige Bij weerspreken de vordering van IJswater met succes. 

 (…) “4.5 Immers in de optieovereenkomst wordt uitdrukkelijk rekening gehouden met de mogelijkheid dat er geen overeenstemming over een definitieve licentieovereenkomst zou worden bereikt, in welk geval de licentie geacht werd niet te zijn verleend. Ook IJswater Films was zich er kennelijk van bewust dat over een definitieve licentieovereenkomst nog onderhandeld moest worden, blijkens haar e-mail van 10 februari 2006. Daarin verzoekt zij om aanpassing van de (nog niet ondertekende) optieovereenkomst omdat enige punten volgens haar meer in de licentieovereenkomst dan in de optieovereenkomst thuishoorden Dat het bij de licentieovereenkomst nog slechts zou gaan om bijkomende zaken en geen essentialia, zoals IJswater Films stelt maar door DBB en Wieringa wordt betwist, kan uit de stukken niet worden afgeleid. Nu er geen licentieovereenkomst is tot stand gekomen, is de primaire vordering niet toewijsbaar.”

Lees het vonnis hier.