Gepubliceerd op donderdag 1 juni 2017
IEF 16836
Rechtbank Midden-Nederland ||
1 mei 2017
Rechtbank Midden-Nederland 1 mei 2017, IEF 16836; ECLI:NL:RBMNE:2017:2615 (eiser tegen AvroTros), https://ie-forum.nl/artikelen/het-zwaartepunt-van-de-uitzending-lag-op-de-zakelijke-handelswijze

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Hanneke van Lith, Van Kaam.

Het zwaartepunt van de uitzending lag op de zakelijke handelswijze

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 1 mei 2017, IEF 16829; ECLI:NL:RBMNE:2017:2615 (eiser tegen AvroTros) Belangenafweging tussen artikel 8 en 10 EVRM. Vordering tot verwijdering uitzending van de website van TrosOpgelicht?! en publiceren van rectificatie. Het wordt als feit gepresenteerd dat eiser in de kranten die hij uitgaf content plaatste die hij van internet haalde. In de uitzending wordt een beeldfragment uitgezonden van een interview met de zwager waarin de zwager zegt dat het op hem overkwam alsof content van internet gehaald wordt om de krant te vullen. Dat is een persoonlijke kwalificatie van de zwager en geenszins door AvtroTros als feit gepresenteerd. De in uitzending gedane uitingen grotendeels worden voldoende onderbouwd. De gedane uitingen, die niet geheel lijken te kloppen, zijn niet van wezenlijk belang en vormen niet de kern van de uitzending. Desondanks is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de uitzending overall gezien niet onrechtmatig is, nu de relatie met de (ex-)echtgenoot slechts een klein onderdeel betrof en het zwaartepunt van de uitzending lag op de zakelijke handelswijze van [eiser] . In dit kader overweegt de voorzieningenrechter nog dat iemand die zakelijk opereert meer kritiek heeft te dulden dan iemand die als privé-persoon handelt. Gegeven inzicht in het persoonlijk leven was niet nodig, maar maakt uitzending niet onrechtmatig want was niet van wezenlijk belang en vormt niet de kern van de uitzending.

4.14. De voorzieningenrechter volgt [eiser] ook niet daar waar hij stelt dat in de uitzending ten onrechte zonder nuancering voor waar wordt aangenomen dan wel als feit gepresenteerd dat [eiser] in de kranten die [bedrijfsnaam 1] uitgaf content plaatste die hij van internet haalde. In de uitzending wordt een beeldfragment uitgezonden van een interview met de zwager van [eiser] waarin de zwager zegt dat het op hem overkwam alsof [eiser] content van internet haalde om [bedrijfsnaam 1] te vullen. Het betreft dan ook een persoonlijke kwalificatie van de zwager van [eiser] en is door AvtroTros geenszins als feit gepresenteerd of zonder meer als waar aangenomen.

4.15. In de uitzending wordt [eiser] ook wel als “de schurk van [woonplaats] ” aangeduid. [eiser] stelt zich op het standpunt dat hij voorafgaand aan de uitzending niet bekend stond als de “schurk van [woonplaats] ” en dat AvtroTros deze mededeling zonder enige onderbouwing heeft gedaan. AvtroTros betwist dit. De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat AvtroTros, door de wijze waarop zij de term “de schurk van [woonplaats] ” gebruikt in de uitzending, daarmee niet haar eigen mening verkondigt, maar dit een weergave betreft van de mening van anderen. In het kader van de boodschappersfunctie die AvtroTros vervult, kan zij voor de mededeling daarvan in beginsel niet worden gestraft, tenzij sprake is van bijzondere zwaarwegende redenen. De aanwezigheid van een dergelijke zwaarwegende reden is evenwel gesteld noch gebleken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft AvtroTros ook voldoende onderbouwd dat [eiser] voorafgaand aan de uitzending door derden inderdaad “de schurk van [woonplaats] ” werd genoemd.

4.16. In de uitzending wordt evenwel ook een kort inzicht gegeven in het persoonlijk leven van [eiser] . Daarbij wordt ingezoomd op de relatie met zijn (ex-)echtgenote en wordt een fragment getoond waarin de zwager van [eiser] , de broer van zijn (ex-) echtgenote, verklaart dat zij doodsbang is voor [eiser] . De voorzieningenrechter kan voorshands, zonder nadere onderbouwing van de zijde van AvtroTros, welke ontbreekt, niet inzien waarom een dergelijke inkijk in het persoonlijke leven van [eiser] van belang zou zijn voor het aan de kaak stellen van de zakelijke handelswijze van [eiser] . Dat laatste was volgens AvtroTros immers het doel van de uitzending. Desondanks is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de uitzending overall gezien niet onrechtmatig is, nu de relatie met de (ex-)echtgenoot slechts een klein onderdeel betrof en het zwaartepunt van de uitzending lag op de zakelijke handelswijze van [eiser] . In dit kader overweegt de voorzieningenrechter nog dat iemand die zakelijk opereert meer kritiek heeft te dulden dan iemand die als privé-persoon handelt. Bovendien komt daar bij dat [eiser] ook zelf de publiciteit zoekt als hij verwacht daar baat bij te hebben. In dat geval is te verwachten dat je eerder in de aandacht van de media komt op het moment dat er kritiek ontstaat. AvtroTros heeft onbetwist gesteld dat het item over [eiser] is uitgezonden in het kader van het maatschappelijke probleem dat het eenvoudig is om een onderneming op te zetten en daarmee verplichtingen aan te gaan, met het gevolg dat er situaties ontstaan waarin schulden niet worden afbetaald en verhaal onmogelijk blijkt. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft AvtroTros voor wat betreft de zakelijke handelswijze van [eiser] het overgrote deel van de door haar gestelde feiten voldoende onderbouwd. Dat bepaalde uitingen in de uitzending niet geheel lijken te kloppen (zie 4.7 en 4.12), maakt de uitzending in haar geheel niet onrechtmatig, mede omdat deze uitingen niet van wezenlijk belang zijn en niet de kern van de uitzending vormen.