Mediarecht  

IEF 23043

Rechtbank wijst verzoek tot verwijdering van URL over strafrechtelijk verleden af

Rechtbank Den Haag 28 aug 2025, IEF 23043; ECLI:NL:RBDHA:2025:16243 ([verzoeker] tegen Google), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-wijst-verzoek-tot-verwijdering-van-url-over-strafrechtelijk-verleden-af

Rb. Den Haag 28 augustus 2025, IEF 23043; IT 4999; ECLI:NL:RBDHA:2025:16243 ([verzoeker] tegen Google). [verzoeker] is een Nederlandse vastgoedondernemer. [verzoeker] gebruikt als voornaam zowel “[voornaam verzoeker 1]” als “[voornaam verzoeker 2]”. [verzoeker] is een aantal keer strafrechtelijk veroordeeld. Google exploiteert de zoekmachine Google Search. Gebruikers kunnen één of meer zoektermen opgeven, waarna de zoekmachine zoekresultaten weergeeft. Als in de zoekmachine een zoekopdracht met een van de voornamen van [verzoeker] wordt ingevoerd, verschijnt bij de zoekresultaten onder meer de URL die naar een artikel van 16 september 2022 in Dagblad De Limburger, genaamd: “Topman miljoenenfonds provincie steekt eigen geld in omstreden vakantiepark [vakantiepark] in [plaats 1] : gouverneur start onderzoek”. De topman is [naam 1], niet [verzoeker]. Maar, [verzoeker] wordt wel genoemd in relatie tot de topman. De moeder van [naam 1] is eigenaresse en bestuurder van dat vakantiepark. [verzoeker] heeft Google herhaaldelijk verzocht de URL naar het artikel te verwijderen. Zo ook in deze procedure. [verzoeker] beroept zich op de AVG. 

IEF 23041

Tijdelijke schorsing in zaak tussen Meta en Bits of Freedom

Hof Amsterdam 28 okt 2025, IEF 23041; ECLI:NL:GHAMS:2025:2886 (Meta tegen Bits of Freedom), https://ie-forum.nl/artikelen/tijdelijke-schorsing-in-zaak-tussen-meta-en-bits-of-freedom

Hof Amsterdam 28 oktober 2025, IEF 23041; IT 4997; ECLI:NL:GHAMS:2025:2886 (Meta tegen Bits of Freedom). In eerste aanleg is Meta veroordeeld om binnen twee weken zijn aanbevelingssysteem te veranderen [IEF 22962]. In dit incident verzoekt Meta, op grond van artikel 351 Rv, het hof om de in het bestreden vonnis gegeven bevelen te schorsen tot en met 31 januari 2026. Bits of Freedom concludeert tot afwijzing van de incidentele vordering van Meta Ierland. Het hof maakt een belangenafweging die de voorzieningenrechter niet had kunnen doen omdat het daar kort geding betrof.  

IEF 22990

De Hoge Raad verwerpt cassatieberoep in Zembla-zaak over granuliet

Hoge Raad 10 okt 2025, IEF 22990; ECLI:NL:HR:2025:1524 (GIB tegen BNNVARA), https://ie-forum.nl/artikelen/de-hoge-raad-verwerpt-cassatieberoep-in-zembla-zaak-over-granuliet

HR 10 oktober 2025, IEF 22990; IT 4967; ECLI:NL:HR:2025:1524 (GIB tegen BNNVARA). In 2020 heeft Zembla zich in een tv-uitzending kritisch uitgelaten over het storten van granuliet in natuurplassen. GIB is de producent van granuliet en meent dat haar reputatie door de uitzending is geschaad. Bij de rechtbank kreeg GIB gelijk [IEF 20936]. Maar in hoger beroep oordeelde het hof dat de uitingen niet onrechtmatig waren [IEF 22061]. A-G Hartlief concludeerde dat de cassatieklachten falen en adviseerde tot verwerping. Hij benadrukt dat er geen sprake is van rechtseenheidsproblemen omdat in deze civiele procedure niet de vraag centraal staat of granuliet als grond moet worden aangemerkt, maar of de uitlatingen van Zembla destijds voldoende feitelijke steun hadden. Ook tegen de uitspraken van de deskundige in de uitzending werd geprocedeerd [IEF 22900]. Ook deze werden in hoger beroep als niet onrechtmatig bestempeld [IEF 22067]. Hier heeft de A-G zich ook over uitgesproken (ECLI:NL:PHR:2025:912). 

IEF 22972

Verzet afgewezen; verboden tegen onrechtmatige online uitingen blijven in stand

Rechtbank Oost-Brabant 25 sep 2025, IEF 22972; ECLI:NL:RBOBR:2025:5936 ([eiseres] tegen LID c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/verzet-afgewezen-verboden-tegen-onrechtmatige-online-uitingen-blijven-in-stand

Rb. Oost-Brabant 25 september 2025, IEF 22972; ECLI:NL:RBOBR:2025:5936 ([eiseres] tegen LID c.s.). [eiseres] gaat in verzet tegen een verstekvonnis van 11 juni 2025 waarin zij wordt veroordeeld onrechtmatige uitingen over de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID) en drie betrokkenen te verwijderen en verwijderd te houden, geen persoonsgegevens van hen te publiceren en LID niet langer publiekelijk te beschuldigen. De voorzieningenrechter verklaart zich (mede) bevoegd via art. 102 Rv: de gestelde onrechtmatige uitingen verspreiden zich via sociale media en hebben (ook) effect binnen het arrondissement Oost-Brabant waar LID en de individuele betrokkenen werkzaam zijn. De rechter weegt vervolgens art. 10 EVRM (uitingsvrijheid [eiseres]) tegen art. 8 EVRM (eer en goede naam/persoons­sfeer LID c.s.) en stelt vast dat de zware beschuldigingen (diefstal, meineed, ambtsmisdrijven) geen steun vinden in voldoende aannemelijke feiten. Dat [eiseres] emotioneel reageert op de spoedbestuursdwang rond haar pony’s en berichten later verwijdert, rechtvaardigt de uitingen niet; CBB en RvO hebben de spoedbestuursdwang bovendien rechtmatig geacht. Het verzet is ontvankelijk maar faalt inhoudelijk.

IEF 22962

Aanbevelingssystemen Instagram en Facebook deels in strijd met de DSA

Rechtbank Amsterdam 2 okt 2025, IEF 22962; ECLI:NL:RBAMS:2025:7253 (BoF tegen Meta c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/aanbevelingssystemen-instagram-en-facebook-deels-in-strijd-met-de-dsa

Vzr. Rb. Amsterdam 2 oktober 2025, IEF 22962; IT 4962; ECLI:NL:RBAMS:2025:7253 (BoF tegen Meta). Bits of Freedom (hierna: BoF) is een stichting die zich inzet voor de belangen van Nederlanders in een digitale omgeving. Meta beheert verschillende platforms zoals Facebook en Instagram. BoF stelt dat Meta in strijd handelt met de Digital Services Act (hierna: DSA) door de optie om een niet-geprofileerde feed te kiezen contra-intuïtief te maken en stelt dat Meta voorkomt dat dit als standaardervaring op de platforms kan worden ingesteld. BoF vordert een verbod om de keuze of wijziging van de instelling ongedaan te maken en een bevel om gebruikers de mogelijkheid te bieden de voorkeursoptie te selecteren en te wijzigen. De rechter buigt zich over de vraag of de inrichting van de sociale mediaplatforms Facebook en Instagram in strijd is met de DSA als het gaat om de aanbevelingssystemen betreft. Dat is de wijze waarop informatie wordt gepresenteerd. De DSA schrijft voor dat gebruikers rechtsreeks en gemakkelijk een ander aanbevelingssysteem moeten kunnen selecteren. Omdat het bij Facebook en Instagram om zeer grote onlineplatforms gaat moet bovendien steeds één aanbevelingssysteem beschikbaar zijn dat niet op profilering is gebaseerd. Daarnaast behandelt de rechter of een door de gebruiker gekozen aanbevelingssysteem steeds gevolgd moet worden (ook wel persistent genoemd) of dat Facebook en Instagram na het afsluiten en heropenen van de website en/of app terug mogen schakelen naar een geprofileerd aanbevelingssysteem. 

IEF 22974

SOMO moet rectificeren wegens onvoldoende feitelijke basis voor persoonsgerichte aantijgingen

Rechtbank Den Haag 2 sep 2025, IEF 22974; ECLI:NL:RBDHA:2025:16353 ([eisers] tegen SOMO)), https://ie-forum.nl/artikelen/somo-moet-rectificeren-wegens-onvoldoende-feitelijke-basis-voor-persoonsgerichte-aantijgingen

Rb. Den Haag 2 september 2025, IEF 22974; ECLI:NL:RBDHA:2025:16353 ([eisers] tegen SOMO). Drie Nederlandse zakenmannen vorderen rectificatie van een SOMO-artikel (22 mei 2025) waarin zij met naam en toenaam worden neergezet als sleutelfiguren achter leveringen door een Indiaas bedrijf aan Israëlische wapenfabrikanten, met verwijzingen naar (medeplichtigheid aan) genocide/oorlogsmisdaden. SOMO beroept zich op art. 10 EVRM (public-watchdog, publiek belang) en op latere aanpassingen van het stuk. De voorzieningenrechter weegt art. 10 EVRM af tegen art. 8 EVRM (bescherming eer, goede naam en persoonlijke levenssfeer) en oordeelt dat de vergaande, persoonsgerichte beschuldigingen onvoldoende feitelijke basis hebben. Cruciaal: de vermeende “douaneaangiften” blijken commerciële Globalwits-overzichten, diverse contactrollen/naamkoppelingen zijn onjuist (zelfs een overleden persoon staat als “Contact2”), en er ontbreekt concrete onderbouwing van persoonlijke, operationele betrokkenheid in 2023–2024; bovendien blijkt één eiser sinds 2022 geen relevante rol meer te hebben en zijn twee eisers slechts non-executive directors. Gezien de zwaarte en impact van de aantijgingen had SOMO meer verificatie en terughoudendheid moeten betrachten; latere correcties nemen de onrechtmatigheid niet weg. Spoedeisend belang is aanwezig.

IEF 22904

Uitspraak ingezonden door Jacqueline Schaap en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.

Uitlatingen over financiële steun niet onrechtmatig

Rechtbank Noord-Holland 10 sep 2025, IEF 22904; ECLI:NL:RBNHO:2025:10332 (De stichting tegen [gedaagde]), https://ie-forum.nl/artikelen/uitlatingen-over-financiele-steun-niet-onrechtmatig

Rb. Noord-Holland 10 september 2025, IEF 22904; ECLI:NL:RBNHO:2025:10332 (De stichting tegen [gedaagde]). De Rechtbank Noord-Holland buigt zich over een geschil tussen de stichting Famula Boni en [gedaagde] naar aanleiding van uitlatingen in HP/De Tijd (30 oktober 2023) over de relatie tussen [betrokkene 1] (oud-VVD-leider) en [betrokkene 2]. [gedaagde], een neef van [betrokkene 1], verklaart dat [betrokkene 2] in een periode waarin zijn oom oud, ziek en kwetsbaar is op pijnlijke wijze financieel van hem profiteert en hem in drie jaar tijd €85.000 aan bankbetalingen en circa €20.000 contante opnames heeft “ontfutseld”. De stichting vordert een verklaring voor recht dat dit onrechtmatig is, rectificatie en schadevergoeding, zowel wegens aantasting van de reputatie van [betrokkene 1] als van [betrokkene 2]. De rechtbank verklaart de stichting echter niet-ontvankelijk voor zover de vorderingen de eer en nagedachtenis van [betrokkene 1] betreffen: de stichting is pas na de publicatie opgericht, is geen nabestaande en treedt ook niet namens nabestaanden op, zodat van een onrechtmatige daad jegens haar geen sprake kan zijn. Alleen de namens [betrokkene 2] ingestelde vorderingen worden inhoudelijk beoordeeld.

IEF 22906

Geheimhoudingsbeding negen keer geschonden

Rechtbank Oost-Brabant 13 aug 2025, IEF 22906; ECLI:NL:RBOBR:2025:5016 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/geheimhoudingsbeding-negen-keer-geschonden

Rb. Oost-Brabant 13 augustus 2025, IEF 22906; ECLI:NL:RBOBR:2025:5016 (Eiser tegen gedaagde). Partijen zijn publieke figuren die na beëindiging van hun relatie een vaststellingsovereenkomst met geheimhoudingsbeding hebben ondertekend. Partijen twisten o.a. over de uitleg van het geheimhoudingsbeding, over de vraag of het beding nietig is vanwege strijd met de goede zeden en/of vernietigbaar is vanwege wilsgebreken. Eiser legt aan zijn vordering ten grondslag dat gedaagde het geheimhoudingsbeding heeft geschonden en daardoor een boete is verschuldigd. Gedaagde betwist dit omdat zij vindt dat het raad recht op vrijheid van meningsuiting prevaleert boven het privacybelang van eiser. Voordat de rechter hierover kan oordelen moet er eerst onderzocht worden wat partijen hebben bedoeld met het beding. Bij deze uitleg komt het aan op wat partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De redelijkheid en billijkheid spelen hierbij een rol. Eiser beroept zich op de overtreding en moet dit dus ook bewijzen. 

IEF 22900

Conclusie A-G Hartlief: Zembla-uitzendingen over granuliet niet onrechtmatig jegens producent

Hoge Raad 29 aug 2025, IEF 22900; ECLI:NL:PHR:2025:911 ([eiseres] tegen Omroepvereniging BNNVARA), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-hartlief-zembla-uitzendingen-over-granuliet-niet-onrechtmatig-jegens-producent

Conclusie AG 29 augustus, IEF 22900; ECLI:NL:PHR:2025:911 ([eiseres] tegen Zembla). De zaak draait om uitzendingen van Zembla over het storten van granuliet in natuurplassen. [eiseres] stelt dat Zembla haar reputatie had geschaad door te beweren dat granuliet geen grond is, dat het productcertificaat BRL 9321 niet passend is en dat granuliet (mede door toevoeging van polyacrylamide) schadelijk kan zijn voor mens en milieu. Ook verzet zij zich tegen de ernstige beschuldiging van een oud-officier van justitie dat zij zich aan valsheid in geschrifte en economische delicten schuldig zou hebben gemaakt. De rechtbank acht die laatste uitlating onrechtmatig, maar het hof vernietigt dat oordeel en wijst álle vorderingen af. Het hof past de EHRM-criteria toe voor de afweging tussen art. 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting) en art. 8 EVRM (bescherming van reputatie), en oordeelt dat de uitlatingen van Zembla voldoende steun vonden in regelgeving, interne stukken en wetenschappelijke rapporten. Daarbij leest het hof Zembla’s boodschap als: granuliet kan schadelijk zijn. Voor dat standpunt biedt het RIVM-rapport 2023 voldoende basis, ondanks door [eiseres] ingeroepen onderzoeken die het tegendeel zouden suggereren.

IEF 22861

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, Mount Law.

Hof Amsterdam: uitzending over expeditietrucks in ‘Stegeman op de Bres’ niet onrechtmatig

Hof Amsterdam 5 aug 2025, IEF 22861; ECLI:NL:GHAMS:2025:2090 (Noordkaap TV Producties B.V. en Talpa TV B.V. tegen geïntimeerde 1 B.V., geïntimeerde 2, geïntimeerde 2 B.V. en geïntimeerde 3 B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-amsterdam-uitzending-over-expeditietrucks-in-stegeman-op-de-bres-niet-onrechtmatig

Hof Amsterdam, 5 augustus 2025, IEF 22861; ECLI:NL:GHAMS:2025:2090 (Noordkaap TV Producties B.V. en Talpa TV B.V. tegen geïntimeerde 1 B.V., geïntimeerde 2, geïntimeerde 2 B.V. en geïntimeerde 3 B.V.). Het Gerechtshof vernietigt het kortgedingvonnis dat het televisie-item in ‘Stegeman op de Bres’ over een onderneming gespecialiseerd in expeditietrucks onrechtmatig verklaarde. In het item doen meerdere klanten hun verhaal over gebrekkige trucks, hoge kosten en teleurstellende service. Onder hen was een koper wiens voertuig, volgens een inmiddels onherroepelijk civiel vonnis, ondeugdelijk was en niet voldeed aan het afgesproken reisdoel. De voorzieningenrechter achtte het item onrechtmatig wegens onvoldoende feitelijke basis, disproportionele aantasting van de eer en goede naam, en schending van privacy. Het hof komt tot een ander oordeel. Volgens het hof betreft het item een onderwerp van maatschappelijk belang: de levering van dure, technisch complexe voertuigen die mogelijk structureel gebrekkig zijn. Noordkaap c.s. heeft voorafgaand aan uitzending journalistiek onderzoek gedaan naar meerdere klachten. Er was steun in het feitenmateriaal, waaronder verklaringen van andere klanten, technische second opinions en een deskundigenrapport uit een civiele procedure. De term "oplichting" wordt uitsluitend gebruikt door de geïnterviewden en niet als feitelijke vaststelling gepresenteerd.