Gepubliceerd op woensdag 2 oktober 2024
IEF 22265
HvJ EU ||
4 sep 2024
HvJ EU 4 sep 2024, IEF 22265; ECLI:EU:T:2024:585 (EUIPO tegen verzoekster), https://ie-forum.nl/artikelen/hinterland-merk-voor-gin-heeft-geen-beschrijvend-karakter

'Hinterland' merk voor gin heeft geen beschrijvend karakter

HvJEU 4 september 2024, IEF 22265, IEFbe 3797; ECLI:EU:T:2024:585 (EUIPO tegen verzoekster). Op 3 januari 2022 heeft Erzeugergemeinschaft Winzersekt bij het EUIPO een aanvraag ingediend tot nietigverklaring van het Uniewoordmerk Hinterland, dat was ingeschreven in 2019. Het Merk is ingeschreven voor klasse 33, oftewel voor drank anders dan bier. Het verzoek tot nietigverklaring is ingewilligd. De kamer van beroep heeft de vordering tot nietigverklaring afgewezen. Zij is van mening dat de term ‘Hinterland’ geen specifieke betekenis had met betrekking tot de waren waarop dit merk betrekking heeft en daarmee geen onderscheidend vermogen. In de tweede plaats vormt de term geen geografische aanduiding en wordt er ook geen kenmerk dat inherent is aan het product beschreven. Tot slot zou ‘Hinterland’ het publiek niet misleiden aangezien dit woord geen concrete betekenis heeft. Verzoekster verzoekt bij het Hof om het bestreden besluit nietig te verklaren en de beslissing van de nietigheidsafdeling te bevestigen. Het EUIPO verzoekt dat de vorderingen worden afgewezen.

Verzoekster is van mening dat het Merk onderscheidend vermogen mist en beschrijvend is voor de waren die het aanduidt. De kamer van beroep oordeelde hierover dat de term ‘Hinterland’ onbepaald is, is deze slechts beschrijvend door de betreffende specifieke geografische toevoeging, voor zover deze de centrale ligging definieert waarnaar de term ‘Hinterland’ verwijst.  Verzoekster betwist deze beoordeling en betoogt dat het litigieuze merk bestaat uit een aanduiding die in het handelsverkeer zou kunnen dienen om de geografische herkomst of bestemming van deze waren aan te duiden. Het is niet relevant dat de term ‘Hinterland’ niet overeenkomt met een specifieke geografische naam, aangezien abstracte geografische termen die op abstracte wijze geografische kenmerken beschrijven ook onder de absolute weigeringsgrond van artikel 7, lid 1, onder c) vallen. Het EUIPO betwist dit. Het Hof oordeelt dat hoewel de term “Hinterland” associaties kan oproepen met de natuur, dit onvoldoende is om het onderscheidend vermogen te ontkennen, aangezien een zekere mate van vaagheid niet uitsluit dat het merk zijn functie als herkomstaanduiding vervult. Het Merk is hiermee niet beschrijvend en bezit voldoende onderscheidend vermogen, waardoor de nietigverklaring moet worden afgewezen. Het beroep wordt in zijn geheel verworpen.