Gepubliceerd op donderdag 15 mei 2025
IEF 22698
Hof Den Haag ||
6 mei 2025
Hof Den Haag 6 mei 2025, IEF 22698; ECLI:NL:GHDHA:2025:846 (Maxeon tegen AIKO c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-verklaart-maxeon-niet-ontvankelijk-in-hoger-beroep-na-niet-naleving-zekerheidsverplichting

Hof verklaart Maxeon niet-ontvankelijk in hoger beroep na niet-naleving zekerheidsverplichting

Hof Den Haag, 6 mei 2025, IEF 22698; ECLI:NL:GHDHA:2025:846 (Maxeon tegen AIKO c.s.). Niet-ontvankelijk verklaring wegens het niet stellen van zekerheid. In een incident op 17 december 2024 [zie IEF 22697] heeft het Hof geoordeeld dat Maxeon binnen tien weken zekerheid moest stellen voor een bedrag van €75.000,- ten gunste van VDH en Libra en voor een bedrag van €300.000,- ten gunste van Aiko B.V., op straffe van niet-ontvankelijkheid in hoger beroep. Op verzoek van Maxeon is deze termijn op 25 februari 2025 verlengd tot uiterlijk 11 maart 2025. Op 25 maart 2025 hebben AIKO c.s. aan het hof laten weten dat Maxeon deze zekerheid niet heeft gesteld, en daarom verzocht om een eindarrest waarin Maxeon niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar hoger beroep en wordt veroordeeld in kosten van de hoofdzaak en het incident. Maxeon heeft in een brief van 21 maart 2025 niet betwist dat zij geen zekerheid heeft gesteld, maar heeft wel bezwaar gemaakt tegen de gevorderde proceskosten. Omdat Maxeon inderdaad geen zekerheid heeft gesteld, verklaart het hof haar op grond van artikel 616 lid 3 Rv niet-ontvankelijk in haar hoger beroep. Maxeon wordt veroordeeld in de kosten van het incident en van de hoofdzaak in hoger beroep.

2.3 Maxeon heeft in haar brief van 21 maart 2025 niet weersproken dat zij geen zekerheid heeft gesteld. Wel heeft zij bezwaar gemaakt tegen een veroordeling in de door AIKO c.s. (op grond van artikel 1019h Rv) gevorderde proceskosten.

2.4 Nu vaststaat dat Maxeon de bevolen zekerheid niet heeft gesteld, zal het hof Maxeon gelet op het bepaalde in artikel 616 lid 3 Rv niet-ontvankelijk verklaren in haar hoger beroep. Maxeon zal om die reden in de kosten van het incident en in de hoofdzaak in hoger beroep worden veroordeeld. [...]