Gepubliceerd op donderdag 3 november 2005
IEF 1149
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Hoor en Wederhoor

"In het uw bericht over beeldrecht staat de zin  ‘Tot voor kort werd Beeldrecht een beetje gezien als een rigide club, het parkeerbeheer van de kunst.’ Dat is wel heel erg vriendelijk uitgedrukt. 

Juli 1998 claimden die lekkere jongens van Beeldrecht bij ons rechten voor o.a. een foto van het Nationaal Monument op de Dam. De foto was door onszelf gemaakt en openbaar gemaakt in een in eigen beheer uitgegeven fotoboek van Amsterdam. Een flinke rekening, ook nog voor de inzet op de omslag; dubbel tarief natuurlijk. Stevige intimidatie aan ons adres: gaat u maar naar een advocaat als u ons niet gelooft, adviseerden ze. Na enige correspondentie tussen onze vaste adviseur Mr. Luc Verkoren in Den Haag en Beeldrecht reageerde de toenmalige directeur van Beeldrecht uiteindelijk met de mededeling dat ze zich nader zouden beraden en later op de zaak terugkomen, om vervolgens nooit meer iets van zich te laten horen.

Dat is geen frisse manier van werken. Hoe kan je nu een boek van Amsterdam maken zonder ons Nationaal Monument? Maar het allerbelangrijkste is het feit dat een monument er is om te gedenken en daarna pas om de erfgenamen van een kunstenaar te spekken. Dat onze gedachte indertijd nog niet zo gek was blijkt uit het feit dat inmiddels art. 18 nu in gunstige zin is gewijzigd. Dat moest ik even kwijt. Met vriendelijke groet, Bert van Loo."

Eerder bericht  hier, Beeldrecht hier, Bert van de Loo, inclusief de foto’s, hier. Tentamenvraag: Kunnen deze foto's worden aangemerkt als werken in de zin van de Auteurswet 1912? (Reactie Beeldrecht hier)