10 okt 2025
HR: geen sprake van merkenrechtelijke rechtsverwerking in zaak "Lucovitaal" tegenover "LEEF VITAAL"

HR 10 oktober 2025, IEF 23001; ECLI:NL:HR:2025:1549 (PK tegen Vemedia). PK is merkhouder van het woord- en beeldmerk "Lucovitaal". PK verwijt Vemedia inbreuk te maken op haar merkenrecht. Vemedia heeft namelijk het merk "LEEF VITAAL". Versailles, het moederbedrijf van Vemedia, is merkhouder van "LEEF VITAAL". Bij de procedure bij de rechtbank werd een beroep op rechtsverwerking gehonoreerd [IEF 20548]. PK gaat in hoger beroep, maar het hof komt tot dezelfde conclusie als de rechtbank [IEF 21675]. PK gaat in cassatie. A-G van Peursem onderbouwt in zijn conclusie dat het cassatieberoep niet slaagt [IEF 22418].
Onderdeel 1.1 van het cassatieberoep berust op het uitgangspunt dat het hof het door PK aangevallen teken (verpakkingstekens 2) als geheel merkenrechtelijk relevant heeft geacht. Dit uitgangspunt is onjuist, aldus de Hoge Raad. Het hof heeft beoordeeld of het gebruik van het merk "LEEF VITAAL" in de context van de in september 2019 geïntroduceerde verpakking (verpakkingstekens 2) merkenrechtelijk relevant afwijkt van het gedoogde. Volgens het hof is het gebruik niet wezenlijk anders. Daaruit volgt dat het hof verpakkingstekens 2 niet als geheel merkenrechtelijk relevant heeft geacht of als een samengesteld teken heeft opgevat, maar als gebruik van het merk in een bepaalde context, te weten in combinatie met andere elementen die, naar het oordeel van het hof, niet-onderscheidend zijn en daarmee merkenrechtelijk niet relevant. De cassatie slaagt niet. PK moet, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten.
3.2 Het onderdeel berust op het uitgangspunt dat het hof het door PK aangevallen teken (verpakkingstekens 2) als geheel merkenrechtelijk relevant heeft geacht. Dit uitgangspunt is onjuist. Het hof heeft beoordeeld of het gebruik van het LEEF VITAAL merk in de context van de in september 2019 geïntroduceerde verpakking (verpakkingstekens 2) merkenrechtelijk relevant afwijkt van het eerdere, door PK gedoogde gebruik van dat merk in de gedoogperiode 2009-2014. Naar het oordeel van het hof is dat niet het geval: het heeft geoordeeld dat het gebruik van het LEEF VITAAL merk in verpakkingstekens 2 niet wezenlijk anders is dan het gebruik van dat merk dat eerder door PK werd gedoogd in promotiemateriaal en op de website (rov. 6.22, in cassatie onbestreden). Daaruit volgt, zoals de Advocaat-Generaal heeft uiteengezet in zijn conclusie onder 3.13, dat het hof verpakkingstekens 2 niet als geheel merkenrechtelijk relevant heeft geacht of als een samengesteld teken heeft opgevat, maar als gebruik van het LEEF VITAAL merk in een bepaalde context, te weten in combinatie met andere elementen die, zo blijkt ook uit rov. 6.35 (in cassatie onbestreden), naar het oordeel van het hof niet-onderscheidend zijn en daarmee merkenrechtelijk niet relevant.
Op het voorgaande stuit onderdeel 1.1 af.