Gepubliceerd op donderdag 24 november 2016
IEF 16391
HvJ EU ||
23 nov 2016
HvJ EU 23 nov 2016, IEF 16391; ECLI:EU:C:2016:888 (Bachbloesemproducten), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-levensmiddel-dat-voor-2015-als-geneesmiddel-werd-verkocht-voorzien-van-handels-merk-mag-als-l

HvJ EU Levensmiddel dat voor 2015 als geneesmiddel werd verkocht, voorzien van (handels)merk, mag als levensmiddel worden blijven verkocht

HvJ EU 23 november 2016, IEF 16391; IEFbe 2000, RB 2796; LS&R 1394; ECLI:EU:C:2016:888; C-177/15(Bachbloesemproducten) Consumentenvoorlichting- en bescherming. Voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen. Producten voorzien van handelsmerken of merknamen die bestonden vóór 1 januari 2005. Bachbloesempreparaten. Uniemerk RESCUE. Producten die vóór 1 januari 2005 als geneesmiddelen werden verkocht en die sindsdien als levensmiddelen worden verkocht. HvJ EU:

Artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel* [red. artikel 27] claimsVo moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling van toepassing is wanneer een van een handelsmerk of merknaam voorzien levensmiddel vóór 1 januari 2005 als geneesmiddel werd verkocht en sindsdien als levensmiddel wordt verkocht.

Gestelde vragen [LS&R 1125]:

1)      Zijn als gedistilleerde dranken aangeduide vloeistoffen met een alcoholgehalte van 27 volumeprocent die via apotheken in druppelbuisjes met een inhoud van 10 of 20 ml en als spray worden verkocht, dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 volumeprocent als bedoeld in artikel 4, lid 3, van verordening nr. 1924/2006, wanneer volgens de aanwijzingen voor de dosering op hun verpakking
a)      vier druppels van de vloeistof in een glas water dienen te worden gedaan en over de dag verspreid dienen te worden gedronken, of indien nodig, vier druppels onverdund dienen te worden ingenomen, respectievelijk
b)      twee pufjes van de als spray verkochte vloeistof op de tong dienen te worden aangebracht?

2)      Ingeval de eerste vraag, onder a) en b), ontkennend dient te worden beantwoord:
Moeten ook bij verwijzingen naar algemene, niet-specifieke voordelen als bedoeld in artikel 10, lid 3, van verordening nr. 1924/2006 bewijzen in de zin van artikel 5, lid 1, onder a), en artikel 6, lid 1, van die verordening bestaan?

3)      Is artikel 28, lid 2, eerste zinsdeel, van verordening nr. 1924/2006 eveneens van toepassing wanneer het betrokken product onder zijn merknaam vóór 1 januari 2005 niet als levensmiddel, maar als geneesmiddel in de handel werd gebracht?

* 2.   Producten voorzien van handelsmerken of merknamen die bestonden vóór 1 januari 2005 en die niet aan deze verordening voldoen, mogen blijvend in de handel worden gebracht tot en met 19 januari 2022; daarna gelden de bepalingen van deze verordening.