Gepubliceerd op woensdag 11 januari 2012
IEF 10762
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Ieder afzonderlijk voldoende oorspronkelijk

Hof Leeuwarden 10 januari 2012, LJN BV0720 (Esschert Design B.V. tegen  S&S Import & Export B.V.)

Met dank aan Bert-Jan van den Akker, Dijkstra Voermans Advocatuur & Notariaat .

In navolging van IEF 10146 (Vrz Groningen) en IEF 9120 (Hof Leeuwarden). Auteursrechtelijke bescherming van een vuurkorf, de verpakking en de wikkel daarvan. De conclusie is dat de vuurkorf, de verpakking en de wikkel van Esschert ieder afzonderlijk zijn te beschouwen als werken in de zin van de Auteurswet. Echter de totaalindrukken die de werken van S&S en Esschert maken, verschillen te weinig, zodat deze eerste niet als zelfstandig werk niet kan worden aangemerkt. Gelet op artikel 3.8 en 3.29 BVIE, die ook van toepassing is op niet gedeponeerde modellen, geldt dat indien een tekening of model op bestelling is ontworpen dat degene die de bestelling heeft gedaan als ontwerper wordt beschouwd, mits de bestelling is gedaan met het oog op een gebruik in de handel of nijverheid.

Verweer betreft art. 34 VwEU dat de Nederlandse Auteurswet een verbod die resulteert in een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve invoerbeperking faalt. Het hof overweegt dat het auteursrecht binnen de Unie is geharmoniseerd (3.24 - 3.26).

De gevorderde verboden worden toegewezen.

Auteursrecht 3.15. Het hof overweegt als volgt. Het verweer van S&S dat het auteursrecht niet voor gebruiksvoorwerpen is geschreven, vindt geen steun in het recht. Voor de stelling dat de kort, met verpakking en label in zijn geheel moet worden beschouwd omdat de afzonderlijke delen niet los van elkaar worden aangeboden, is evenmin steun te vinden. Voor auteursrechtelijke bescherming van de afzonderlijke onderdelen is niet vereist dat de delen los van elkaar worden aangeboden, voldoende is dat die delen, zoals in het onderhavige geval, afzonderlijk waarneembaar zijn.

3.16. Naar het voorlopig oordeel van het hof heeft Esschert genoegzaam aangetoond dat de vuurkorf, de verpakking en de wikkel, ieder afzonderlijk voldoende oorspronkelijk zijn (...) Binnen de vereisten die aan de vuurkorf, de verpakking en de wikkel worden gesteld, zijn door Esschert verschillende vrije en creatieve keuzes gemaakt. Aan S&S kan weliswaar worden toegegeven dat de uitsparingen voor de handvatten en de uitstulpingen in de roosterwand door hun technische functie zijn bepaald, maar de vierhoekige vorm en de in de zijwanden aangebrachte vierhoekige uitsparingen van de vuurkorf getuigen van creatieve keuzes en verlenen het ontwerp een eigen karakter. Voor de verpakking geldt dat de vrije en creatieve keuzes van de ontwerper tot uiting komen in de gekozen constructie, een skelet van licht gekleurd pallet hout en het stuk touw dat als handvat dient. Anders dan S&S betoogt, is het hof voorhands van oordeel dat het idee voor een verpakking die tevens dienst doet als eerste brandhout voor de vuurkorf niet samenvalt met de uitdrukking daarvan. Met betrekking tot de wikkel geldt dat de bollende fotorand, de montagetekening en het gebruik van pictogrammen getuigen van creatieve keuzes van de ontwerper.

Als ontwerper beschouwd BVIE 3.23 (...) Artikel 3.8 BVIE bepaalt dat indien een tekening of model op bestelling is ontworpen, behoudens andersluidend beding, degene die de bestelling heeft gedaan als ontwerper wordt beschouwd, mits de bestelling is gedaan met het oog op een gebruik in handel of nijverheid van het voortbrengsel waarin de tekening of het model is belichaamd. Die bepaling is auteursrechtelijke relevant nu artikel 3.29 BVIE bepaalt dat het auteursrecht ten aanzien van bedoelde tekening of model toekomt aan degene die met toepassing van artikel 3.8 BVIE als ontwerper wordt beschouwd. Artikel 3.29 BVIE is ook van toepassing op niet gedeponeerde modellen (Zie BenGH 22 juni 2007, LJN: BB5117, NJ 2007, 500, Electrolux/Sofam). Niet in geschil is dat de vuurkorf en de verpakking beschouwd moeten worden als modellen in de zin van 3.1 lid 2 BVIE. Verder staat vast dat de vuurkorf en de verpakking door Roetenberg in opdracht van Esschert zijn gemaakt. Niet is gebleken dat er andersluidende afspraken zijn gemaakt. Gelet op genoemde BVIE bepalingen komt het auteursrecht met betrekking tot de vuurkorf en de verpakking derhalve toe aan Esschert. Met betrekking tot de wikkel geldt dat deze door een werknemer van Esschert is gemaakt, zodat de auteursrechten daarop eveneens bij Esschert rusten.

Lees het arrest hier (grosse zaaknr. 200.076.285/01, LJN, zuivere pdf).

Op andere blogs:
Meubelrecht (Auteursrecht op gebruiksvoorwerpen: kan dat?)