Gepubliceerd op maandag 3 april 2006
IEF 1865
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Illustratief

Rechtbank ’s-Gravenhage, 29 maart 2006, 211014/ HA ZA 03-3410. Winston Delano Citroen tegen Rebo Productions B.V. (Met dank aan Bjorn Schipper, Van der Steenhoven Advocaten).

Vonnis in de door illustrator Winston Citroen aangespannen bodemprocedure tegen uitgeverij Rebo Productions over de in of omstreeks 1984 verschenen uitgave “Jan Brusse’s Frankrijk Omnibus”. In de uitgave zijn zonder voorafgaande toestemming illustraties van Citroen opgenomen. Ook zijn enkele illustraties van Citroen gewijzigd en is de copyright notice verwijderd. De oorspronkelijke illustraties van Citroen zijn in 1979 met zijn toestemming voor het eerst gepubliceerd in het boek “Vrijheid, gelijkheid en wat broederschap” van Jan Brusse.

Gesteggel over al dan niet tussen partijen getroffen minnelijke regeling gaat vooraf aan de inhoudelijke beoordeling van de zaak. Achteraf voorgestelde wijzigingen in een al eerder voorgelegde onthoudingsverklaring worden niet geaccepteerd. De Rechtbank overweegt dat reeds daarom tussen partijen géén overeenstemming is bereikt over de inhoud van een minnelijke regeling.

De Rechtbank overweegt vervolgens dat als gevolg van de verspreiding van de gewraakte omnibus sprake is van inbreuk op de auteursrechten van Citroen, in het bijzonder het openbaarmakingsrecht. Tevens is sprake van schending van de persoonlijkheidsrechten van Citroen. Géén uitputting van de auteursrechten van Citroen.

De Rechtbank rekent de gepleegde inbreuk aan Rebo Productions toe, en overweegt dat van een professionele exploitant van auteursrechtelijk beschermd materiaal verwacht mag worden dat zij enig onderzoek zou verrichten naar het gevaar van mogelijke inbreuk op een auteursrecht op de illustraties alvorens de omnibus in het verkeer te brengen.

Niettemin oordeelt de Rechtbank dat de gevorderde verklaring voor recht en het verbod moeten worden afgewezen. Het feit dat Rebo Productions geen exemplaren van de gewraakte omnibus (meer) in haar bezit heeft alsmede het ontbreken van een dreiging van inbreuk staan aan toewijzing hiervan in de weg. Nu boekhouding uit 1984 niet (meer)voorhanden is, wordt gevorderde opgave eveneens afgewezen.

Gevorderde afdracht van de door Rebo Productions op onrechtmatige wijze genoten winst wordt toegewezen. De Rechtbank begroot deze winst onder toepassing van artikel 6:97 BW en artikel 27a lid 1 Aw naar billijkheid op 10% van de inkoopprijs van de gewraakte omnibus.

Lees vonnis hier.