Gepubliceerd op dinsdag 13 juli 2010
IEF 8976
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

In overwegende mate ingegeven

Rechtbank Groningen, 7 juli 2010, HA ZA 09-349, Nautavorm B.V. tegen Oei (met dank aan Douglas Mensink, MICTA)

Auteursrecht. Geen auteursrecht, geen slaafse nabootsing voetenplank van voetsteun (zie ook KG: IEF 8647, Gerechtshof Arnhem, 2 maart 2010: geen auteursrecht, wel slaafse nabootsing). Eiser stelt i.c. dat gedaagde het auteursrecht aan eiser had moeten overdragen o.g.v. een overeenkomst tot aandelenoverdracht en geen licentieovereenkomst met een concurrerende derde (de wederpartij in de genoemde KG procedure) had mogen sluiten. Vorderingen afgewezen, aangezien er geen auteursrecht op de voetsteun rust, waarbij de rechtbank ten overvloede concludeert dat er in het algemeen (i.c. betreft het n.l. geen vergelijk met andere producten) ook geen sprake is van slaafse nabootsing.

4.1 1. Voorgaande brengt met zich dat de rechtbank van oordeel is dat de vormgeving van de onderhavige voetenplank in overgrote mate technisch en functioneel is bepaald, zodat aan die voetenplank geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat er evenmin sprake is van slaafse nabootsing, nu (ook) de gestelde overstemming tussen de onderhavige voetenplank en de voetenplanken van concurrenten in overwegende mate is ingegeven door de technische en functionele kenmerken waaraan een voetensteun dient te voldoen.

4.12. Het oordeel van de rechtbank dat aan de onderhavige voetenplank geen auteursrechtelijke bescherming toekomt brengt met zich dat de grondslag aan de primaire en de subsidiaire vordering van Nautavorm c.s., te weten de voetenplank is auteursrechtelijk beschermd, komt te ontvallen. Om die reden zullen de vorderingen dan ook worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.