Gepubliceerd op dinsdag 26 februari 2013
IEF 12380
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

In vrijwaring opgeroepene moet meeliften op bevoegdheidskeuzes

Rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Zwolle 21 november 2012, LJN BZ1553 (Wavin Overseas B.V. tegen Picenum Plast Spa)

Procesrecht. Uitleg artikel 6 lid 2 EEX-Vo. In vrijwaring opgeroepene moet meeliften op bevoegdheidskeuzes die partijen in hoofdzaak hebben gemaakt.

2.4. Kernvraag van het incident is of Wavin de bevoegdheid van de Nederlandse rechter kan gronden op artikel 6, sub 2, EEX-Vo. Dat artikel bepaalt, voor zover van belang, dat bij een vordering tot vrijwaring de verweerder kan worden opgeroepen voor het gerecht waar de hoofdzaak aanhangig is, "tenzij de vordering slechts is ingesteld om de opgeroepene af te trekken van de rechter die deze verordening hem toekent". De rechtbank beantwoordt de vraag bevestigend.
Dat Dywidag om haar moverende redenen kiest voor de Nederlandse rechter is, anders dan Picenum ingang wil doen vinden, niet relevant voor de vraag of Wavin haar vordering slechts heeft ingesteld om Picenum van haar eigen rechter af te trekken. Andere, rechtens relevante, feiten of omstandigheden waaruit een terecht beroep op de "tenzij-formule" kan worden afgeleid, zijn gesteld noch gebleken. Dat Wavin deze keuze van Dywidag respecteert, is evenmin een relevante omstandigheid. Zij is immers niet verplicht om - zo daar al gronden toe zijn - de keuze van Dywidag in rechte te bestrijden.
2.5.  De incidentele vordering van Picenum tot onbevoegdverklaring van deze rechtbank om kennis te nemen van het geschil tussen partijen dient te worden afgewezen.