Gepubliceerd op dinsdag 27 september 2022
IEF 20989
Rechtbank Limburg ||
31 aug 2022
Rechtbank Limburg 31 aug 2022, IEF 20989; ECLI:NL:RBLIM:2022:6696 (Eiser tegen Wellcotec), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-auteursrecht-door-handelsagent

Inbreuk op auteursrecht door handelsagent

Ktr. Rb. Limburg 31 augustus 2022, IEF 20989; ECLI:NL:RBLIM:2022:6696 (eiser tegen Wellcotec) Eiser drijft samen met zijn echtgenote een cosmetische salon. Eiser heeft met Wellcotec een agentuurovereenkomst gesloten waarbij eiser fungeert als handelsagent en Wellcotec als principaal. Wellcotec zegt de overeenkomst eenzijdig op, hierdoor lijdt eiser schade. In conventie vordert eiser schadevergoeding van Wellcotec. Wellcotec vordert in reconventie schadevergoeding van eiser wegens schending van zijn auteursrecht. De in conventie gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen, enkel de nog verschuldigde provisie moet door Wellcotec worden betaald. In reconventie wordt de schadevergoeding op grond van schending van het auteursrecht van Wellcotec toegewezen. Eiser heeft de beschermde foto’s van Wellcotec namelijk gebruikt door ze naar een derde producent te sturen.

4.9.4. De kantonrechter oordeelt dat Wellcotec voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de Aziatische producent heeft benaderd om de speciaal voor Wellcotec ontworpen apparatuur proberen na te bootsen of te verwerven. De e-mail van de Aziatische producent heeft als onderwerp ‘[handelsnaam 3]’ en [handelsnaam 3] is een van de handelsnamen die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gebruikt, zo blijkt uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel (productie 1 bij dagvaarding). Daarnaast heeft de Aziatische producent het over “from the Netherlands”. Uit de dagvaarding volgt dat de voornaam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is en dat hij in Nederland woont. Ten aanzien van het afschrift van het WhatsApp-verkeer merkt de kantonrechter op dat de verzender van de berichten ‘[eiser in conventie, verweerder in reconventie] [handelsnaam 3]’ is. Ook hier worden een van de handelsnamen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en zijn voornaam gebruikt. Dat het telefoonnummer niet hetzelfde is als het officiële bedrijfsnummer van [eiser in conventie, verweerder in reconventie], maakt het voorgaande niet anders. Het had op de weg van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen om – gelet op de onderbouwde stellingen van Wellcotec – met stukken aan te tonen dat het telefoonnummer waar de WhatsApp-berichten van afkomstig zijn, niet zijn nummer is. Eveneens had het op de weg van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gelegen om aan te tonen dat de e-mail niet van hem afkomstig is. Nu hij de onderbouwde stelling van Wellcotec onvoldoende heeft betwist staat in rechte vast dat hij heeft geprobeerd te concurreren met Wellcotec en hiervoor gebruik heeft gemaakt van promotiemateriaal van Wellcotec, dat hij heeft bewerkt. Naar het oordeel van de kantonrechter is er dan ook sprake van een omstandigheid van zodanige aard dat van Wellcotec redelijkerwijs niet gevergd kan worden de overeenkomst, zelfs tijdelijk, in stand te laten. Daarbij komt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet heeft betwist dat Wellcotec deze omstandigheid onverwijld aan hem heeft medegedeeld. Dit betekent dat het gevorderde onder II wordt afgewezen voor zover hieraan de stelling ten grondslag ligt dat Wellcotec een te korte opzeggingstermijn heeft gehanteerd. Aangezien geen sprake is van onregelmatige opzegging, kan op dit punt ook geen sprake zijn van een onrechtmatige daad van Wellcotec jegens [eiser in conventie, verweerder in reconventie]. De gevorderde verklaring voor recht wordt afgewezen en daarom wordt de onder III gevorderde schadevergoeding ook afgewezen.

4.20.5. Over de inbreuk op het auteursrecht van Wellcotec overweegt de kantonrechter dat uit hetgeen dat is overwogen onder ‘Onregelmatige opzegging en schadevergoeding (vorderingen II en III)’ (zie rechtsoverwegingen 4.8. en verder) volgt dat het voldoende aannemelijk is dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gebruik heeft gemaakt van foto’s van Wellcotec en – aangezien [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet heeft betwist dat Wellcotec het auteursrecht heeft van die foto’s – daarmee inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van Wellcotec. Ook heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen verweer gevoerd tegen de hoogte van de gevorderde schadevergoeding. Dit betekent dat de door Wellcotec gevorderde schadevergoeding ad € 360,00 wordt toegewezen.