Gepubliceerd op dinsdag 15 december 2020
IEF 19650
Rechtbank Amsterdam ||
7 dec 2020
Rechtbank Amsterdam 7 dec 2020, IEF 19650; ECLI:NL:RBAMS:2020:6125 (Sony c.s. tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-merk-en-auteursrechten-van-sony

Inbreuk op merk- en auteursrechten van Sony

Vzr. Rechtbank Amsterdam 7 december 2020, IEF 19650, ECLI:NL:RBAMS:2020:6125 (Sony c.s. tegen gedaagde) Kort geding. Gedaagde exploiteert een eenmanszaak en runt een website. In de maand mei 2020 biedt hij zijn klanten via zijn website aan om tegen vooruitbetaling een pre-order te doen voor de PS5 spelcomputer. Op dat moment was de PS5 spelcomputer nog niet op de markt en was nog onbekend hoe deze er uit zou gaan zien, alsmede wat de verkoopprijs zou gaan worden. Van toegestane wederverkoop van door Sony c.s. aangeleverde producten was geen sprake. Sony c.s. zijn als houder van de ingeschreven merken gerechtigd, gedaagde die geen toestemming van Sony c.s. heeft verkregen, te verhinderen gebruik te maken van de merken. Ook heeft gedaagde op zijn website afbeeldingen gebruikt die identiek zijn aan, althans eenzelfde totaalindruk geven als het beschermde werk van Sony c.s. Gedaagde wordt onder andere bevolen zich te onthouden van iedere inbreuk op de auteurs- en merkrechten van Sony c.s., meer in het bijzonder zich te onthouden van het zonder toestemming (doen) verhandelen van producten van Sony c.s.

4.5. Daar waar Sony c.s. zich in de dagvaarding hebben beroepen op artikel 9 lid 1 van de Uniemerkenverordening (UMVo) gaat de voorzieningenrechter er vanuit dat Sony c.s. zich hebben willen beroepen op artikel 9 lid 2 UMVo. Daarin staat dat de houder van een Uniemerk het gebruik door derden kan verbieden.

4.6. In dit kort geding kan de vordering van Sony c.s., voor zover gebaseerd op artikel 9 lid 2 van de UMVo en/of artikel 2.20 lid 2 van het Benelux-Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (BVIE), alleen worden toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat [gedaagde] op die gronden merkinbreuk pleegt. Met de wijze waarop [gedaagde] de PS5 spelcomputers en games aanbood op de website (zie hiervoor onder 2.7 en 2.9) is dit ten aanzien van de zeven hiervoor onder 2.4 genoemde gedeponeerde merkenrechten van Sony c.s. zodanig aannemelijk dat hiervoor het treffen van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd wordt geacht. Redengevend hiervoor is het volgende.

4.7.
De door [gedaagde] op de website gebuikte tekens zijn gelijk aan de zes Uniemerken en het Beneluxmerk (zoals hiervoor onder 2.4 genoemd) en deze werden in het economisch verkeer gebruikt (immers tegen betaling aangeboden) voor waren (spelcomputers en games) die gelijk zijn aan die waarvoor de Uniemerken en het Beneluxmerk zijn ingeschreven. Nu hiermee reeds voldaan is aan de zowel in artikel 9 lid 2 UMVo als in artikel 2.20 lid 2 BVIE genoemde ‘sub a grond’, behoeven de gronden sub b en c waarop Sony c.s. zich tevens hebben beroepen geen bespreking. Van toegestane wederverkoop van door Sony c.s. aangeleverde producten is geen sprake.

(...)

4.10.
Niet weersproken is dat SIE rechthebbende is van het artwork op de covers van de eerdere edities van de games “Ghost of Tsushima” en “Gran Turismo”. Voldoende aannemelijk is dat er bij dit artwork sprake is van een voortbrengsel dat een eigen oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt, zodat sprake is van een werk in de zin van de Auteurswet. Nu de door [gedaagde] op de website gebruikte afbeeldingen identiek zijn aan, althans eenzelfde totaalindruk geven als het beschermde werk van Sony c.s., is voorshands dan ook sprake van een door [gedaagde] gepleegde auteursrechtinbreuk. Het onder 3.1 sub II. gevorderde zal dan ook eveneens worden toegewezen, zoals nader in het dictum gepreciseerd.