Gepubliceerd op vrijdag 1 april 2022
IEF 20629
Rechtbank Rotterdam ||
30 mrt 2022
Rechtbank Rotterdam 30 mrt 2022, IEF 20629; ECLI:NL:RBROT:2022:2421 (iClean tegen TSG), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-waterzuiveringssysteem-autowasstraat

Inbreuk op waterzuiveringssysteem autowasstraat

Rechtbank Rotterdam 30 maart 2022, IEF 20629; ECLI:NL:RBROT:2022:2421 (iClean tegen TSG) iClean verkoopt onder meer een biologisch (bacteriologisch) waterzuiveringssysteem voor wasstraten genaamd Bionic. iClean heeft het auteursrecht hierop rechtsgeldig verworven. TSG maakt met haar systeem dat als twee druppels water op de Bionic lijkt, inbreuk op dit auteursrecht. Volgens de rechtbank vloeit het uiterlijk van de Bionic niet enkel voort uit de noodzaak om een bepaald technisch effect te bereiken en is de combinatie van de genoemde elementen te kwalificeren als een werk. Schadevergoeding. TSG en gedaagde zijn hoofdelijke aansprakelijk.

Auteursrechthebbende
4.9. Aanvankelijk hebben gedaagden betoogd dat het auteursrecht aan een derde partij zou kunnen toekomen (zoals VGI, de onderneming die in opdracht van iClean en haar gefailleerde rechtsvoorganger de onderhavige Bionic feitelijk produceerde).

4.10. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [naam gedaagde] echter meegedeeld dat zijn broer de Bionic destijds heeft ontworpen en dat zijn broer toen werknemer was van één van de inmiddels gefailleerde vennootschappen waarvan de curator de activa heeft verkocht aan iClean. Dit sluit aan bij de stelling van iClean. Zij stelt dat de Bionic door (werknemers van) Rowafil is ontworpen en zij beroept zich op het werkgevers auteursrecht van artikel 7 Aw. Op grond van die bepaling komt het auteursrecht in beginsel toe aan de werkgever, tenzij met de werknemer anders is overeengekomen. Gesteld noch gebleken is dat tussen de broer van [naam gedaagde] en zijn toenmalige werkgever anders is overeengekomen. Het auteursrecht met betrekking tot de Bionic komt daarom niet aan de broer van [naam gedaagde] als werknemer maar aan diens toenmalige werkgever toe.

4.11.

Dit werkgeversauteursrecht is (na het failleren van de vennootschap) rechtsgeldig door de curator aan iClean geleverd. Het andersluidende verweer faalt. Het te leveren goed moet met voldoende bepaaldheid zijn omschreven. Dat is neergelegd in art. 3:84 lid 2 BW. Aan deze eis wordt in het algemeen voldaan als de akte van levering zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welk goed het gaat (HR 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:735). De tekst van de overeenkomst waarmee de curator de activa van de gefailleerde vennootschappen heeft verkocht aan iClean voldoet naar het oordeel van de rechtbank aan deze voorwaarde.