5 apr 2023
Uitspraak ingezonden door: Gie van den Broek, LXA Attorneys
Instagram-account voor namaakparfums gestaakt
Rechtbank Den Haag 5 april 2023, IEF 21466; ECLI:NL:RBDHA:2023:5688 (Coty tegen gedaagde) De rechtbank heeft zich uitgesproken in een zaak omtrent de verkoop van namaakparfums. Coty Beauty (hierna: Coty) is een Duits en wereldwijd opererend bedrijf dat zich met name richt op de productie en verkoop van cosmetica en parfumproducten. Coty heeft van zowel parfummerken 'Hugo Boss' als 'Chloé' volmacht verkregen om hun Uniemerken met betrekking tot waren in klasse 3 (parfums, eau de toilette en eau de parfum) op eigen naam te handhaven. De gedaagde heeft een account aangemaakt op Instagram waar zij vanaf 2021 diverse namaakparfums aanbood en verkocht, onder meer parfums voorzien van de ingeroepen Uniemerken. Coty vordert onder andere dat de gedaagde met onmiddellijke ingang iedere inbreuk op de Uniemerken staakt en eist een schadevergoeding.
De rechtbank begint met de beoordeling van de merkinbreuk. De gedaagde heeft de namaakparfums vanuit Turkije ingevoerd in Nederland en heeft vervolgens gebruik gemaakt van tekens gelijk aan de ingeroepen Uniemerken in haar advertenties op Instagram. De door haar aangeboden waren zijn bovendien gelijk aan die waarvoor de Uniemerken zijn ingeschreven. Hierdoor wordt voldaan aan de wettelijke voorwaarden op grond waarvan Coty het gebruik van de Uniemerken op parfumproducten kan verbieden. Omdat de gedaagde zich bewust was dat zij namaakparfums verhandelde, heeft de gedaagde naar het oordeel van de rechtbank te kwader trouw inbreuk gemaakt op de Uniemerken. Ze is daarom ook schadeplichtig jegens Coty.
De rechtbank beveelt de gedaagde met onmiddellijke ingang iedere inbreuk op de Uniemerken gestaakt te houden en wijst de gevorderde vergoedingen toe.
4.2. Tussen partijen is niet in geschil dat [gedaagde] via haar Instagram account Giftsandmorenl parfumproducten, voorzien van tekens die gelijk zijn aan de Uniemerken, heeft aangeboden, in voorraad heeft gehad ter verhandeling en heeft verkocht. Deze namaakparfums heeft zij vanuit Turkije ingevoerd in Nederland en verder heeft zij gebruik gemaakt van tekens gelijk aan de Uniemerken in advertenties voor de namaakparfums op haar Instagram account. De door haar aangeboden waren zijn gelijk aan die waarvoor de Uniemerken zijn ingeschreven, te weten parfumproducten. Aldus staat vast dat wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 9 lid 2 sub a UMVo, op grond waarvan Coty [gedaagde] het gebruik van de Uniemerken op parfumproducten kan verbieden.
4.5. Vanwege de merkinbreuk heeft Coty tevens recht op en belang bij de gevorderde gegevens (vordering onder II.) om inzicht te krijgen in de omvang van de inbreuk en de herkomst- en distributiekanalen en om de door haar geleden schade dan wel de door [gedaagde] genoten winst te kunnen bepalen. Dat [gedaagde] geen administratie heeft bijgehouden, komt voor haar rekening en risico en ontslaat haar niet van de verplichting om de gevorderde opgave te doen. Zoals ook op de mondelinge behandeling ter sprake is gekomen, kan een dergelijke opgave ook worden gedaan op basis van bijvoorbeeld banktransacties, informatie uit de applicaties Tikkie en WhatsApp en informatie van de familieleden die producten zouden hebben meegenomen vanuit Turkije naar Nederland. Het ligt op de weg van [gedaagde] om die informatie te verzamelen, vervolgens uit die informatie de aantallen, data en andere gevorderde gegevens af te leiden en gedocumenteerd (dus met kopieën van de relevante stukken) opgave te doen. De opgave van winst betreft niet de brutowinst, zoals gevorderd, maar haar nettowinst (de resultante van de verkoopprijs minus de aankoopprijs en de belastingen en kosten die rechtstreeks samenhangen met verkoop). Zo zal de rechtbank dit in het dictum opnemen. Voor zover in het dictum wordt gesproken over namaakparfums, gaat dit uiteraard alleen over de namaakparfums voorzien van tekens gelijk aan de Uniemerken genoemd in dit vonnis. Ook aan het bevel tot het doen van de opgave zal een dwangsom als na te melden worden verbonden.
4.9. De door Coty gevorderde schadevergoeding (vordering onder VI.), nader op te maken bij staat, is eveneens toewijsbaar. De inbreuk kan aan [gedaagde] worden toegerekend, zodat zij de door Coty als gevolg van de merkinbreuk geleden schade dient te vergoeden. [gedaagde] heeft betwist dat Coty schade heeft geleden. Voor het toewijzen van een vordering tot schadevergoeding op te maken bij staat is voldoende dat de mogelijkheid dat schade is of zal worden geleden, aannemelijk is. Gelet op de aard van de inbreuk (namaakparfums) en de stellingen van Coty, is de mogelijkheid dat zij als gevolg daarvan schade heeft geleden in voldoende mate aannemelijk geworden. De gevorderde veroordeling tot schadevergoeding nader op te maken bij staat zal dan ook worden toegewezen, waarbij tevens het hiervoor onder 4.8 overwogene ten aanzien van de cumulatie met winstafdracht geldt.