Gepubliceerd op woensdag 11 oktober 2017
IEF 17173
Rechtbank Midden-Nederland ||
9 okt 2017
Rechtbank Midden-Nederland 9 okt 2017, IEF 17173; ECLI:NL:RBMNE:2017:5079 (Buurman tegen Avrotros), https://ie-forum.nl/artikelen/item-eenvandaag-onrechtmatig-onbetrouwbaar-beeld-opgeroepen-van-de-situatie

Item EenVandaag onrechtmatig: onbetrouwbaar beeld opgeroepen van de situatie

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 9 oktober 2017, IEF 17173; ECLI:NL:RBMNE:2017:5079 (Buurman tegen Avrotros) Uitgezonden item EenVandaag onrechtmatig. Eiser en zijn buurman hebben al jarenlang een geschil over het gebruik van het recht van overpad. De buurman is veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens mishandeling van de partner van eiser en belaging van eiser en mag het perceel van eiser niet betreden. Eiser is verboden om camerabeelden te maken van het huis en erf van zijn buurman. In EenVandaag is diverse keren aandacht besteed aan de zaak, voor het laatst in de uitzending van 12 augustus 2017. Eiser stelt dat Avrotros onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door in de uitzending een foute voorstelling van zaken te geven, essentiële feiten niet te hebben vermeld en bewust geen hoor en wederhoor hebben toegepast. Avrotros heeft de buurman een podium gegeven om zijn kant van het verhaal te vertellen, waarbij eiser geen wederhoor is gegund. De door Avrotros gekozen aanpak betekent dat de gepresenteerde feiten eens te meer juist dienen te zijn en een betrouwbaar beeld moeten geven van de situatie. Eiser is bewust de mogelijkheid ontnomen om mogelijke onjuistheden weg te nemen. Avrotros is onvoldoende zorgvuldig geweest in het aan de kijker presenteren van de relevante feiten en heeft daarmee een onbetrouwbaar beeld opgeroepen van de situatie. De onjuiste beeldvorming levert een ongeoorloofde inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de eer en goede naam van eiser. De uitzending is onrechtmatig jegens hem te achten. Het item moet binnen twee werkdagen verwijderd worden van haar website, social media en uit de zoekresultaten worden verwijderd. Ook moet er een rectificatie geplaatst worden op de website van EenVandaag. 

4.2. In deze zaak gaat het om een botsing van fundamentele rechten. Dit betreft enerzijds het recht van [eiser] op eerbiediging van de eer en goede naam door niet op lichtzinnige wijze te worden blootgesteld aan ernstige verdachtmakingen en beschuldigingen die gebaseerd zijn op onjuiste dan wel onvolledige feiten of suggesties. Anderzijds betreft dit het belang van Avrotros om door het uitzenden van het item in haar nieuws- en actualiteitenprogramma EenVandaag van 12 augustus 2017 aandacht te kunnen vragen voor een ander geluid in het conflict tussen [eiser] en [A]. 

4.3. Het antwoord op de vraag welk van deze beide rechten in het concrete geval zwaarder weegt, moet worden gevonden door een afweging van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval. Bij deze afweging geldt niet als uitgangspunt dat voorrang toekomt aan het door artikel 10 Gw en artikel 8 EVRM gewaarborgde recht. Voor de door artikel 7 Gw en artikel 10 EVRM beschermde rechten geldt hetzelfde. Dit brengt met zich dat het hier niet gaat om een in twee fasen te verrichten toetsing (aldus dat eerst aan de hand van de omstandigheden moet worden bepaald welk van beide rechten zwaarder weegt, waarna vervolgens nog moet worden beoordeeld of de noodzakelijkheidstoets als neergelegd in artikel 8 lid 2 respectievelijk 10 lid 2 EVRM zich verzet tegen het resultaat van die afweging), maar dat deze toetsing in één keer dient te geschieden, waarbij het oordeel dat een van beide rechten, gelet op alle ter zake dienende omstandigheden, zwaarder weegt dan het andere recht, meebrengt dat de inbreuk op het andere recht voldoet aan de noodzakelijkheidstoets van het desbetreffende lid 2 (zie HR 18 januari 2008, ECLI:NL:HR:2008:BB3210 [achternaam] / [achternaam] ; HR 5 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9230, Endemol en SBS/A). Welk belang - het recht op vrije meningsuiting of het recht op bescherming van de eer en goede naam - in het concrete geval zwaarder weegt, hangt zoals gezegd af van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij is onder meer relevant (i) de aard van de gepubliceerde uitlatingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die uitlatingen betrekking hebben, (ii) de ernst - bezien vanuit het algemeen belang - van de misstand die aan de kaak wordt gesteld, (iii) de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal ten tijde van de publicatie, (iv) de totstandkoming en inkleding van de uitlatingen, (v) het gezag dat het medium waarop de uitlatingen zijn gepubliceerd geniet en (vi) de maatschappelijke positie van de betrokken persoon. Genoemde omstandigheden wegen niet allen even zwaar. Welke omstandigheden van toepassing zijn en welk gewicht daaraan moet worden gehecht, hangt af van het concrete geval. 

4.7. De door Avrotros gekozen aanpak betekent wel dat de door Avrotros gepresenteerde feiten eens te meer juist dienen te zijn en een betrouwbaar beeld moeten geven van de situatie. [eiser] is immers bewust de mogelijkheid ontnomen om mogelijke onjuistheden weg te nemen danwel nuanceringen te plaatsen. Op grond van het onderstaande volgt dat Avrotros onvoldoende zorgvuldig is geweest in het aan de kijker presenteren van de relevantie feiten en daarmee ook een onbetrouwbaar beeld heeft opgeroepen van de situatie.

4.8. In het uitgezonden item wordt (op enig moment wanneer de verslaggeefster de onder 2.19 genoemde tekst van 1:59 uitspreekt) een foto getoond waarop de huizen van [eiser] en [A] zijn afgebeeld. Op deze foto wordt een rode (gekromde) lijn getoond, waarbij wordt meegedeeld dat dit het recht van erfpad van [A] betreft dat door [eiser] zou zijn betwist. Dit is onjuist. De getoonde lijn betreft immers de zogenaamde noordlus (zie 2.2) en die is nimmer door [eiser] betwist. Voorts wordt meegedeeld dat door de betwisting van het recht van overpad [A] niet in staat zou zijn om in zijn huis te komen. Ook dit is onjuist. Het geschil over het recht van overpad heeft er nooit toe geleid dat [A] niet zijn woning kon bereiken. Deze feitelijke onjuistheden zijn niet onbelangrijk, want de opmerking van de verslaggeefster: ‘Gek, want zonder dat overpad kan [A] helemaal niet in zijn huis komen.’ geeft de kijker de geheel onterechte boodschap mee dat het in 2000 ontstane geschil over het recht van overpad juist is ontstaan omdat [eiser] het voor [A] onmogelijk wilde maken om zijn huis te bereiken. De door de presentatrice aan het begin van de uitzending gestelde vraag of [A] werkelijk de enige schuldige is in dit conflict lijkt daarmee ook direct door Avrotros zelf te zijn beantwoord. Dit laatste wordt versterkt door de eerder gedane opmerking van de verslaggeefster (zie 2.19 onder ‘verslaggeefster (0:46)’) dat zij door het gesprek met [B] en [C] een heel ander beeld heeft gekregen van het “monster van [woonplaats] ”.

4.10. Voorts moeten er kanttekeningen worden geplaatst bij de door Avrotros gekozen beeldvorming dat [C] en [B] gewone buurtbewoners zijn die niet kunnen leven met het in de media geschetste negatieve beeld van [A] . Niet wordt gemeld dat zij vrienden van de zoon van [A] zijn. Daarnaast heeft [eiser] onweersproken gesteld dat Avrotros in 2009 zelf (op verzoek van [eiser] ) diverse post’s op de website van EenVandaag heeft weggehaald die [B] onder diverse aliassen (als “buren” en “voormalige buren” van [eiser] en als “makelaar van [woonplaats] ”) had geplaatst en waarin hij zich diffamerend uitte over [eiser] . [B] is dus geen onbekende voor Avrotros en zijn kennelijk al jaren lopende animositeit jegens [eiser] maakt hem tot meer dan een gewone buurtbewoner.

4.11. Ook als Avrotros wordt gevolgd in haar standpunt dat het niet aan de media is om te bepalen wie er gelijk heeft in het conflict tussen [eiser] en [A] en dat het aan de kijker is om een conclusie te trekken, geldt als uitgangspunt dat de door haar gestelde feiten en het door haar opgeroepen beeld wel juist moeten zijn. Zoals hiervoor reeds is overwogen, is dit niet het geval geweest. Dit is Avrotros des te meer aan te rekenen, nu de verslaggeefster op geen enkele wijze aan [A] of [B] en [C] een kritische vraag heeft gesteld. Sterker, de verslaggeefster lijkt geheel mee te gaan met het door [B] en [C] geschetste beeld van [A] . Volgens de verslaggeefster is er namelijk sprake van pesterijen over en weer (zie onder 2.19 ‘Verslaggeefster (4:55)’) en concludeert zij aan het einde van de uitzending dat er na 17 jaar niets is opgelost (nog steeds zou er sprake zijn van een betwisting van het recht van overpad waardoor, gelet op de eerdere opmerking van de verslaggeefster, de woning van [A] niet bereikbaar zou zijn, hetgeen dus niet juist is) terwijl [A] bovendien drie ton kwijt is. Mede gelet op de diverse rechterlijke uitspraken die hiervoor onder de vaststaande feiten zijn weergegeven en waarvan verwacht mag worden dat de verslaggeefster van Avrotros daarvan (in meer of mindere mate) op de hoogte is dan wel had moeten zijn, had een meer actieve en kritische houding verwacht mogen worden. Te meer, nu EenVandaag zoals zij zelf ook heeft gesteld, al vanaf 2009 aandacht besteedt aan het conflict tussen [eiser] en [A] .

4.12. Op grond van het vorenstaande moet worden geconcludeerd, dat (1) in de uitzending door Avrotros ernstige feitelijke onjuistheden zijn vermeld dan wel een zeer verkeerd beeld is opgeroepen, (2) door de verslaggeefster geen enkele kritische vraag is gesteld of kanttekening is gemaakt (ook niet ten aanzien van het door de rechter in zijn vonnis als ‘op geen enkele wijze geloofwaardig’ gekwalificeerde ‘hondenverhaal’ van [A] terwijl de verslaggeefster het hondenverhaal als een feit presenteert (zie 2.14 en 2.19 ‘Verslaggeefster: 5:18)’) en (3) er feitelijk, ook omdat door Avrotros bewust is afgezien van het hoor en wederhoor van [eiser] , aan [A] , [B] en [C] een podium is verschaft om geheel ongehinderd een beeld van [eiser] te creëren als een persoon die het recht van overpad van [A] blijft betwisten (waardoor de toegang van [A] tot zijn woning nog steeds gevaar loopt) en die zich presenteert als slachtoffer terwijl hij eigenlijk een oude man als [A] pest en daarmee ook nog eens € 300.000,-- weet te incasseren. Zoals hiervoor is overwogen klopt dit mede door Avrotros van [eiser] geschetste beeld niet, hetgeen ook wordt bevestigd door de onder 2.12 genoemde mededeling van de Nationale Ombudsman. Voldoende aannemelijk is dat een bodemrechter - later oordelende - zal beslissen dat deze onjuiste beeldvorming een ongeoorloofde inbreuk oplevert op de persoonlijke levenssfeer en de eer en goede naam van [eiser] en dat de uitzending dientengevolge ook onrechtmatig jegens hem te achten is. De omstandigheid dat [eiser] veelvuldig in het nieuws is geweest met zijn kant van het verhaal doet, gelet op het vorenstaande in onderling verband en samenhang beschouwd, daar niet aan af. [eiser] heeft ook een voldoende spoedeisend belang bij een voorziening in kort geding.