Gepubliceerd op donderdag 2 maart 2006
IEF 1721
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Jurkjes

Rechtbank Leeuwarden, 2 maart 2006, KG ZA 06-43. Lucy Locket Ltd tegen Van der Meulen Sneek B.V. / Intertoys Holland. (Met dank aan De Gier & Stam Advocaten)

Hoe oud je ook bent, als meisje wil je natuurlijk nóóit worden gezien in dezelfde jurk als iemand anders. De Rechtbank Leeuwarden heeft daar begrip voor en voegt en passant nog een mooie formulering toe aan het IE-recht:  “De beide jurken lijken opvallend sterk op elkaar, met name ook in de totaalindrukken.”

Lucky Locket brengt in Nederland een kinderjurk van het model Dragonfly op de markt. Van der Meulen brengt een gelijkende jurk op diezelfde Nederlandse markt onder de naam Who’s that Girl? Van der Meulen maakt met die jurk volgens eiseres Lucky Locker inbreuk op het aan haar toekomende auteursrecht.

De ter toelichting overgelegde afbeeldingen tonen meisjesjurken die onderling enige gelijkenis vertonen door het gekozen model met een aansluitende bovenkant en een rokje vanaf het middel. Ook is zichtbaar dat het lijfje vaak, meestal deels, uit smokwerk bestaat en dat gebruik is gemaakt van spaghettibandjes over de schouders. In dit kort geding is naar oordeel van de voorzieningenrechter echter voldoende aannemelijk geworden dat de Dragonfly jurk binnen de genoemde grenzen een zodanig gebruik heeft gemaakt van kleurcombinaties, materialen en vormgeving dat de jurk een eigen karakteristiek uiterlijk heeft, waardoor deze zich onderscheidt van andere meisjesjurken. Aan de Dragonfly jurk komt derhalve voorshands auteursrechtelijke bescherming toe.

De Who’s that Girl?-jurk van gedaagde  stemt in het geheel genomen sterk overeen met de Dragonflysjurk, onder andere door detailleringen als stiksels, afbeeldingen, positie van pailletjes, kraaltjes en vleugelvorm.

In tegenstelling tot wat gedaagde stelt is Lucky Locket wel degelijk auteursrechthebbende, doordat zij opdracht heeft gegeven, de rechten aan haar zijn overgedragen en ‘inzage is verschaft in het schetsontwerp van de jurk’.

De vorderingen woorden grotendeels toegewezen. Intertoys stelt nog dat niet zij in staat is haar franchisenemers te verplichten de jurken te retourneren, maar van haar mag toch minstens worden verlangd dat zij al haar afnemers schriftelijk, met opgaaf van reden, verzoekt om ze terug te leveren onder creditering van het betaalde bedrag. Lees het vonnis hier.