Gepubliceerd op maandag 16 juni 2025
IEF 22749
Rechtbank Overijssel ||
11 jun 2025
Rechtbank Overijssel 11 jun 2025, IEF 22749; ECLI:NL:RBOVE:2025:3724 (SENA tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/kantonrechter-bevestigt-doorlopende-licentieovereenkomst-tussen-sena-en-eenmanszaak

Kantonrechter bevestigt doorlopende licentieovereenkomst tussen SENA en eenmanszaak

Rechtbank Overijssel 11 juni 2025, IEF 22749; ECLI:NL:RBOVE:2025:3724 (SENA tegen gedaagde). SENA heeft met gedaagde in 2015 een doorlopende licentieovereenkomst gesloten voor het afspelen van muziek in haar eenmanszaak. Gedaagde heeft de facturen over de jaren 2016 tot en met 2023 volledig voldaan, maar weigert betaling voor het jaar 2024. SENA vordert betaling op basis van de doorlopende licentieovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat SENA terecht betaling vordert op grond van een bestaande overeenkomst. Hoewel gedaagde in haar verweer betwist een overeenkomst te hebben gesloten, volgt uit de overgelegde stukken dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen, namelijk door de betalingsgeschiedenis en het door SENA gedane aanbod waarin staat dat betaling als aanvaarding van de overeenkomst geldt. Gedaagde heeft jarenlang betaald en de overeenkomst niet opgezegd. Voor zover gedaagde aanvullende verweren heeft aangevoerd, acht de kantonrechter deze grotendeels niet relevant of onvoldoende onderbouwd. Ook het verzoek om het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren wordt afgewezen, nu zij geen zwaarwegend belang heeft gesteld dat zwaarder weegt dan het belang van SENA. Ten slotte is er geen aanleiding om SENA te veroordelen tot betaling van proceskosten aan gedaagde, nu de vordering rechtmatig is bevonden. Ook de overige verweren leiden niet tot een ander oordeel.

5.2. [gedaagde] heeft bij e-mails gericht aan SENA en incassogemachtigden van SENA herhaaldelijk aangegeven dat zij geen overeenkomst heeft gesloten en geen gebruik (meer) maakt van de diensten van SENA. In reactie op dit verweer heeft SENA bij e-mail van 12 september 2024 gewezen op het aanbod dat is gedaan; de brief met dat aanbod is bij de dagvaarding gevoegd. In de brief staat duidelijk dat het aanbod tot het sluiten van een overeenkomst wordt aanvaard door het betalen van de bijbehorende factuur. Ook wordt verwezen naar de toepasselijke algemene voorwaarden, die op de achterzijde van de brief zijn vermeld. Bij conclusie van antwoord heeft [gedaagde] buiten de blote stelling dat er geen overeenkomst is, geen verdere onderbouwing aangedragen waarom er geen sprake zou zijn van een overeenkomst.