Gepubliceerd op donderdag 11 december 2025
IEF 23161
Rechtbank Den Haag ||
3 dec 2025
Rechtbank Den Haag 3 dec 2025, IEF 23161; ECLI:NL:RBDHA:2025:22700 (Solvay c.s. tegen Kazan c.s), https://ie-forum.nl/artikelen/kazan-veroordeeld-voor-inbreuk-op-solvays-octrooi-op-natronloogproces-nietigheids-en-voorgebruiksverweren-afgewezen

Kazan veroordeeld voor inbreuk op Solvays octrooi op natronloogproces; nietigheids- en voorgebruiksverweren afgewezen

Rb. Den Haag 3 december 2025, IEF 23161; ECLI:NL:RBDHA:2025:22700 (Solvay c.s. en Kazan c.s.). De Rechtbank Den Haag oordeelt in een bodemzaak tussen Solvay (met licentienemers) en de tot de Turkse Ciner-groep behorende Kazan-vennootschappen over inbreuk op het Europese octrooi EP 2 878 579 (en de daarvan afgeleide divisional-aanvrage EP 3 971 138) voor een verbeterde werkwijze om natronloog (caustic soda) te maken uit een spoelstroom van een soda-ashproductieproces. Solvay stelt dat Kazan in Turkije volgens de geoctrooieerde werkwijze soda ash produceert en dit rechtstreeks verkregen voortbrengsel vervolgens in Nederland verhandelt. Kazan betwist de inbreuk niet inhoudelijk, maar voert vooral aan dat het Nederlandse deel van EP 579 en de divisional nietig zijn wegens gebrek aan nieuwheid en inventiviteit in het licht van Turkse EIA-rapporten, oude Amerikaanse octrooien (US 287, US 054) en handboeken (Garrett, Ullmann). Ook beroept Kazan zich op een recht van voorgebruik. De rechtbank grijpt de zaak aan om te benadrukken dat de uitleg van de conclusies volgens artikel 69 EOV en het Protocol daarop voor zowel de inbreuk- als de geldigheidsbeoordeling dezelfde moet zijn: beslissend is hoe de gemiddelde vakpersoon de conclusies leest, en men mag die uitleg niet “rekken” voor de inbreuk en tegelijk “vernauwen” voor de nietigheidsvraag.

De rechtbank verwerpt de nietigheidsaanvallen. De late inventiviteitsaanval op basis van de EIA-rapporten wordt wegens strijd met de goede procesorde buiten beschouwing gelaten. Voor de nieuwheid stelt de rechtbank vast dat de EIA-stukken enkele kernkenmerken van conclusie 1 (onder meer de concentratiestap tot ≥ 25% NaOH en de specifieke verhouding natriumcarbonaat tot natriumchloride/-sulfaat) niet direct en ondubbelzinnig openbaar maken. Ook de andere aangevoerde bronnen (US 287, US 054, Garrett, Ullmann) leren wel algemeen hoe natronloog of soda ash wordt geproduceerd, maar niet de specifieke, synergetische combinatie van stappen uit EP 579 waarmee onzuiverheden zeer efficiënt worden verwijderd terwijl het verlies aan alkali beperkt blijft. De rechtbank acht daarom conclusies 1 en 11 van EP 579 en de afhankelijke conclusies geldig, en wijst de reconventionele vorderingen tot vernietiging van EP 579 en de daarop meelifter EP 138 af. Het beroep op een recht van voorgebruik strandt omdat Kazan niet aannemelijk maakt dat zij de geoctrooieerde werkwijze vóór de prioriteitsdatum in of voor haar bedrijf toepaste; eerdere leveringen van soda ash kwamen uit een andere, niet-inbreukmakende fabriek en de Kazan-fabriek ging pas na 2018 commercieel draaien. Omdat de werkwijze en het product door Kazan niet zijn betwist als inbreukmakend, wordt een vergaand inbreukverbod voor Nederland opgelegd, met recall- en rectificatieverplichtingen, gedetailleerde opgave- en schade/winstafdrachtplicht (op te maken bij staat) en dwangsommen tot maximaal € 5 miljoen. In reconventie worden alle vorderingen afgewezen en Kazan wordt in de (1019h-)proceskosten veroordeeld.

4.18.

Kazan c.s. heeft zich over de (imaginaire) gemiddelde vakpersoon die kennis neemt van EP 579 niet uitgelaten. De professoren [naam 1] en [naam 2] echter, hebben beiden in hun eerste verklaring wel iets gezegd over de kwalificaties die deze vakpersoon dient te bezitten. Beiden menen zij dat de vakpersoon een process engineer is met een brede kennis van en ervaring met processing technology en, zo heeft professor [naam 2] toegevoegd, chemical engineering, meer specifiek begrip van en ervaring op het gebied van de productie van soda ash met een gedegen praktische kennis en inzicht in oplosbaarheids- en kristallisatietechnieken. De vakpersoon kan een enkele persoon zijn of een klein team met een of meer collega’s met ervaring op het gebied van chemische extractie technieken uit erts. Professor [naam 1] meent dat dat team in het bijzonder ervaring zou hebben op het gebied van hydrometallurgy, soda mining en ores maar daar zijn Solvay c.s. en professor [naam 2] het niet mee eens, waarna Kazan c.s. of [naam 1] daarop niet meer heeft gereageerd. Aldus zal door de rechtbank van de beschreven vakpersoon, zonder de bijzondere ervaring op het gebied van hydrometallurgy, soda mining en ores worden uitgaan.