Gepubliceerd op vrijdag 23 september 2005
IEF 957
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Kennisbescherming

Uit de MvT bij de Vaststelling begrotingsstaten Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2006; Kamerstukkken 30300 XIII, nr. 2. 2e Kamer 2005-2006, p. 32 onder A: Overzicht 'Kennisbescherming': Samenvatting van motieven, instrumenten, infrastructuur en activiteiten.

"Motivering: Om een sterk innovatievermogen te gelde te maken via een goed intellectueel eigendomsysteem. Het gaat daarbij met name om het vinden van een juiste balans tussen kennisbescherming en vrij gebruik van kennis."

Instrumenten:  Deelname aan internationale organisaties: WTO, WIPO, EU, EOO, Benelux. In de World Trade Organisation (WTO), World Intellectual Property Organisation (WIPO), Europese Unie (EU), Europese Octrooi Organisatie (EOO) en Benelux komen de internationale afspraken (verdragen, verordeningen, richtlijnen) tot stand die het (wettelijke) kader vormen van het intellectuele eigendomsbeleid.

Infrastructuur: OCNL, BMB, BTMB, EOB, OHIM Octrooicentrum Nederland (OCNL) is de organisatie die het Nederlandse octrooisysteem uitvoert en het gebruik ervan stimuleert. In de organisaties Benelux Merken Bureau (BMB), Benelux Tekeningen of Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 hoofdstuk XIII, nr. 2 31 Modellen Bureau (BTMB), Europees Octrooi Bureau (EOB) en het Bureau Harmonisatie van de Interne Markt (OHIM) vervult EZ bestuursfuncties.

Belangrijkste wetgeving: ROW 1995, BMW, BTMW, EOV, EG, TRIP’s EZ oefent invloed uit op afspraken die in internationaal verband worden gemaakt. Belangrijke voorbeelden zijn de Benelux Merken Wet (BMW) en Benelux Tekeningen of Modellen Wet (BTMW), het Europees Octrooiverdrag (EOV), de EG-Verordeningen enrichtlijnen voor merken, modellen en het auteursrecht, verdragen in het kader van de WIPO als ook het Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights (TRIP’s) in het kader van de WTO. EZ heeft een directe verantwoordelijkheid voor de Rijksoctrooiwet 1995 en de genoemde Benelux-wetten.

Activiteiten: Rijksoctrooiwet 1995 (ROW 1995) De ROW 1995 wordt in 2005 geëvalueerd om te bezien of bijvoorbeeld het zesjarige Nederlandse registratie-octrooi voldoet aan het oorspronkelijke uitgangspunt om daarmee doelgroepen als het MKB en uitvinders een laagdrempelige entree te verschaffen tot het octrooisysteem.
Kosten van octrooiering:  In 2005 vindt een internationaal vergelijkend onderzoek plaats naar de kosten van het gebruik van het octrooisysteem, daarin worden ook begepen indieningstaksen, kosten van inhuur octrooigemachtigde en instandhoudingstaksen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek worden mogelijk beleidsaanpassingen doorgevoerd.

Benelux-Verdrag betreffende merken, modellen en tekeningen. Het nieuwe Benelux-verdrag treedt naar verwachting op 1-1-2006 in werking. In 2006 wordt gewerkt aan onder andere implementatie van richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectueel eigendom.

Europees merken- en modellenrecht: In 2006 vindt een verkenning plaats naar de toekomstige positie van het Benelux Merken Bureau, waarbij de dienstverlening ten opzichte van gebruikers een belangrijke invalshoek zal zijn.

Europees octrooisysteem. Dit EOV-systeem zal de nodige aandacht krijgen. Het gaat daarbij met name om het Vertalingenprotocol en het Litigation Agreement, de centrale rol van het EOB (ten opzichte van nationale octrooibureaus) en de kwaliteitsnormen die moeten gelden voor de octrooiverlening.

EG-Verordening voor dwanglicenties: in verband met de productie van geneesmiddelen voor derde-wereldlanden Als de lidstaten het eens worden over deze Verordening zullen in 2006 de ROW 1995 en de nu bestaande beleidsregel in dat verband (Stcrt 2004, nr. 246, p. 11) aangepast worden.

Doelgroepen:  Bedrijven, kennisinstellingen, universiteiten en particuliere uitvinders.

Verwijzingen beleidsstukken:
EG-verordening voor dwanglicenties in verband met de productie van geneesmiddelen voor derde-wereldlanden.