Gepubliceerd op donderdag 12 april 2007
IEF 3808
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Knijperbak

knijperbak.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 11 april 2007, HA ZA 05-583. Bakker Hydraulic B.V. tegen JKB Transporttechniek B.V. (met dank aan Leo Kooy, Vriesendorp & Gaade).

Octrooirecht. De rechtbank vernietigt in deze bodemprocedure het Nederlandse deel van het Europese octrooi voor een knijperbak wegens niet-nieuwheid.

Bakker is houdster van een Europees octrooi voor een ‘pincer grab’ (een knijperbak). Knijperbakken worden bijvoorbeeld gebruikt op kranen om materialen als zand of balken te verplaatsen. JKB drijft een onderneming die knijperbakken (open schalengrijpers) verhandelt.

Bij vonnis van 20 juli 2004 heeft de voorzieningenrechter JKB onder andere verboden iedere inbreuk op het octrooi van Bakker in Nederland en Belgie te staken en gestaakt te houden, zulks op straffe van een dwangsom. In de bodemprocedure stelt JKB dat van enig inbreukmakend handelen van haar zijde geen sprake kan zijn, omdat het octrooi van Bakker nietig is vanwege niet nieuwheid. Dat standpunt is naar het oordeel van de rechtbank juist.

De prior art (NL 053) openbaart volgens JKB alle maatregelen van conclusie 1. Bakker betwist dat.

De rechtbank behandelt eerst de vraag of de grijper uit NL 053 een knijperbak is als bedoeld in het octrooi van Bakker. De conclusies noch de beschrijving van het octrooi van Bakker geven volgens de rechtbank een eenduidige definitie van een knijperbak. De gemiddelde vakman zal dan voor de uitleg van dat begrip aansluiten bij de in conclusie 1 genoemde maatregelen, waaraan een knijperbak als bedoeld in het octrooi van Bakker moet voldoen. Dit betekent dat indien NL 053 al die maatregelen openbaart, sprake is van een knijperbak als bedoeld in het octrooi van Bakker. Dat is volgens de rechtbank het geval.

De volgende vraag die door de rechtbank dient te worden beantwoord is of NL 053 een ‘drive unit’ (aandrijfeenheid) als bedoeld in het octrooi van Bakker openbaart. Bakker stelt dat van een aandrijfeenheid in NL 053 geen sprake is, omdat de daarin geopenbaarde grijper enkel op zwaartekracht werkt. Die stelling wordt door de rechtbank verworpen. Het tafelblok en het onderste schijvenblok van NL 053 vormen naar het oordeel van de rechtbank, in combinatie met de met een willekeurige mechanische aandrijving verbonden bedieningskabels, de aandrijfeenheid.

Bakker heeft ter zitting betoogd dat, als NL 053 een aandrijfeenheid openbaart, sprake is van externe aandrijving middels het trekken aan de bedieningskabels. Voor zover Bakker daarmee bedoelt dat NL 053 niet nieuwheidschadelijk is, omdat de aandrijving in het octrooi van Bakker geheel binnen de grijperbak plaatsvindt (en NL 053 dus niet “clearly and unambiguously” de gehele uitvinding openbaart), gaat zij er volgens de rechtbank aan voorbij dat de in het octrooi van Bakker geopenbaarde knijperbak evenmin kan werken op basis van een geheel gesloten systeem. Ook in het octrooi van Bakker zal de zich in de knijperbak bevindende aandrijfeenheid niet kunnen functioneren zonder enige vorm van bediening/energie van buitenaf.

Bakker heeft voorts benadrukt dat de grijper volgens NL 053 zonder de scharnierstangen aan de buitenzijde gesloten blijft. De rechtbank oordeelt echter dat de coupling means uit het octrooi van Bakker net zo onmisbaar zijn als de scharnierstangen uit NL 053. De scharnierstangen uit NL 053 dienen – net als in het octrooi van Bakker de coupling means – als onderdeel van de aandrijfeenheid te worden gezien. Dit betekent dat NL 053 de schotten 6 en 7 als overbrengingsmiddelen resteren. Deze schotten brengen de krachten van de aandrijfeenheid, net als de overbrengingsmiddelen uit het octrooi van Bakker, in twee verticale vlakken over op de schalen. Het octrooi van Bakker wordt derhalve ook in zoverre door NL 035 geopenbaard.

Conclusie 1 van van het octrooi van Bakker wordt door de rechtbank vernietigd. Aangezien Bakker niets heeft gesteld ten aanzien van de inventiviteit van conclusie 2, moet conclusie 2 volgens de rechtbank hetzelfde lot ondergaan.

Bakker heeft tijdens het pleidooi voorgesteld dat in het geval van een vernietiging de conclusies van het octrooi mogelijk wel in gewijzigde vorm zouden kunnen blijven bestaan. De rechtbank gaat daaraan voorbij. “Nog daargelaten dat Bakker deze suggesties voor het eerst ter zitting naar voren heeft gebracht, heeft zij op geen enkele wijze onderbouwd hoe die gewijzigde conclusies zouden moeten luiden. De rechtbank vermag ook overigens niet in te zoen hoe zij EP 010 gedeeltelijk in stand zou kunnen laten, met inachtneming van de daarin ingevolge Spiro Research/Flamco (HR 9 februari 1996, NJ 1998/2) te stellen eisen.”

Omdat het octrooi van Bakker wordt vernietigd, wijst de rechtbank de vorderingen in conventie af.

Lees het vonnis hier.