Gepubliceerd op dinsdag 17 juni 2008
IEF 6287
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Kunst, omdat het valt

Rechtbank Rotterdam, 7 mei 2008, LJN: BD4045, Directeur Voiced Connection) tegen Deloitte Accountants B.V.

Aardig, niet-IE, vonnis over het beschadigen van kunst. Beroep op onrechtmatige daad. Is er sprake van onzorgvuldig handelen? 

Ter uitvoering van accountantswerkzaamheden heeft een medewerkster van Deloitte, meermalen gebruik gemaakt van een spreekkamer in het kantoor van Voiced Connection. In die spreekkamer stond verpakt op de grond schuin tegen de muur geplaatst een kunstwerk van [eiser] (hierna: het kunstwerk). Dit kunstwerk betrof een ingelijste en met glas afgedekte foto van de kunstenaar Andreas Gursky van 185,5 centimeter bij 222 centimeter, inclusief passe-partout. Op een moment waarop de medewerkster van Deloitte alleen in de spreekkamer aanwezig was is het kunstwerk omgevallen. De schade bedraagt inclusief diverse kosten € 151.250,-.

“5.4 De aanwezigheid van een grote hoeveelheid kunst in het kantoor van Voiced Connection rechtvaardigt niet de conclusie dat de medewerkster van Deloitte wist of moest weten dat het betreffende voorwerp een kunstwerk betrof, laat staan dat dit voorwerp – zoals eiser stelt – zeer kostbaar was, noch dat zij er rekening mee moest houden dat het reeds bij beetpakken of aanraken zou omvallen. Daar komt bij dat tussen partijen vaststaat dat het voorwerp door de verpakking niet als kunstwerk herkenbaar was en dat medewerkster Deloitte niet is gewaarschuwd dat in de spreekkamer waardevolle kunst stond waarmee extra zorgvuldigheid moest worden betracht. Nu eiser niet nader heeft onderbouwd dat het tegendeel het geval was, gaat de rechtbank er vanuit dat medewerkster Deloitte  van een en ander niet van op de hoogte was of moest zijn.

5.5 Ook overigens zijn geen feiten en/of omstandigheden gesteld of gebleken die het vastpakken dan wel aanraken van het kunstwerk in de gegeven omstandigheden tot een onzorgvuldige en onrechtmatige gedraging maken waarvan de medewerkster van Deloitte zich had moeten onthouden. De in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid vereist niet dat de medewerkster van Deloitte haar gedrag had moeten afstemmen op een gevaar waarmee zij niet bekend was noch had moeten zijn. Nu er geen aan de medewerkster van Deloitte toe te rekenen onrechtmatige daad kan worden vastgesteld, is Deloitte niet op grond van artikel 6:170 lid 1 BW aansprakelijk voor de schade. De primaire vordering zal worden afgewezen.”

Lees het vonnis hier