Gepubliceerd op dinsdag 9 september 2025
IEF 22889
Hof Amsterdam ||
26 aug 2025
Hof Amsterdam 26 aug 2025, IEF 22889; ECLI:NL:GHAMS:2025:2274 (Appellant tegen geïntimeerde), https://ie-forum.nl/artikelen/lasterlijke-review-over-factuur

Lasterlijke review over factuur

Hof Amsterdam 26 augustus 2025, IEF 22889, ECLI:NL:GHAMS:2025:2274 (Appellant tegen geïntimeerde). Geïntimeerde heeft appellant als advocaat bijgestaan bij het instellen van twee hoger beroepsprocedures. Nadat onenigheid is ontstaan over de betaling van facturen, heeft appellant een negatieve beoordeling over geïntimeerde online geplaatst. Na de dagvaarding in kort geding heeft hij deze review aangepast. Hij is daarnaast diverse (tucht)procedures begonnen niet alleen tegen de advocaten die hem hebben bijgestaan maar ook tegen andere bij geïntimeerde betrokken personen. De voorzieningenrechter heeft geïntimeerde grotendeels in het gelijk gesteld. Appellant is het hier niet mee eens en gaat daarom in hoger beroep. Het door de voorzieningenrechter opgelegde verbod is, anders dan appellant lijkt stelt, niet zo ruim dat elke negatieve of kritische uitlating van appellant tegenover derden over geïntimeerde daaronder valt. Dat volgt al uit het feit dat de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de aangepaste online recensie (die ook negatief is) niet onrechtmatig is. 

Appellant voert verder aan dat de hoogte van de dwangsom exorbitant is. Naar het oordeel van het hof is de opgelegde dwangsom een adequate prikkel tot nakoming en is een prikkel tot nakoming in dit geval ook geschikt. Appellant heeft zich pas voorafgaand aan de mondelinge behandeling in eerste aanleg bereid getoond zijn online review met daarin (zoals in hoger beroep vaststaat) ongefundeerde beschuldigingen van strafrechtelijke feiten aan te passen en heeft diezelfde beschuldigingen herhaaldelijk geuit in (tucht)procedures. De voorzieningenrechter heeft daarnaast appellant op straffe van dwangsommen, verboden een gerechtelijke procedure aan te spannen, of deze in te trekken. Appellant stelt dat dat dit hem ernstig heeft geschaad. Dit is alleen toewijsbaar in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Appellant heeft verschillende procedures aanhanging gemaakt, ook tegen de secretaresse van de advocaten van geïntimeerde. Deze vordering, gelet ook op de evidente ongegrondheid ervan, dient achterwege te blijven. Het hof verklaart appellant niet ontvankelijk in zijn hoger beroep en beveelt appellant verwijderd te houden.  

5.15 [appellant] heeft nog erop gewezen dat ook andere klanten van [geïntimeerde] negatieve reviews op de bedrijvenpagina van Google hebben geplaatst, maar hij heeft niet toegelicht dat en waarom het bij deze reviews om ongefundeerde beschuldigingen gaat die de grenzen van het toelaatbare overschrijden, terwijl dit voor de eerste recensie door [appellant] in hoger beroep vaststaat. Dat of waarom dit zou betekenen dat het verbod zoals verwoord in 5.2. van het bestreden vonnis ten onrechte is opgelegd, licht hij niet toe. Zoals hiervoor in 5.14. overwogen, staat dat verbod niet in de weg aan het, binnen genoemde grenzen, plaatsen van een negatieve review door [appellant] of het doen van negatieve uitlatingen over [geïntimeerde] jegens derden.