30 apr 2019
Uitspraak ingezonden door Jesse Hofhuis, Hofhuis Alkema Groen
Late indiening productie leidt tot tussenarrest
Hof Den Haag 30 april 2019, IEF 18443; ECLI:NL:GHDHA:2019:1537 (LB11 tegen Hennessy) Merkenrecht. Tussenarrest. Het concern Louis Vuitton Moët Hennessy houdt zich bezig met de handel in dranken. LB11 behoort tot de Van Caem Klerks Group, een groothandel van merkgoederen waaronder alcoholhoudende dranken. In eerste aanleg [IEF 16934] heeft Hennessy c.s. LB11 gevorderd om iedere inbreuk op Hennessy-merken te staken. In hoger beroep vordert LB11 dat het hof het vonnis vernietigt en komt met een aantal grieven. Hennessy heeft productie 87 op de laatst mogelijke dag ingediend. Het hof weigert de reactie van LB11 hierop vanwege te late indiening. LB11 krijgt de gelegenheid een akte te nemen met een inhoudelijke reactie op productie 87 van Hennessy c.s. en verwijst de zaak naar de rol.
5.27 Hennessy c.s. heeft productie 87, na deze eerder vergeefs te hebben aangeboden (zie r.o. 1.3), op de laatst mogelijke dag ingediend. Het hof heeft de door LB11 in reactie op productie 87 door LB11 ingediende productie 47 geweigerd wegens te late indiening. LB11 heeft vervolgens ten pleidooie tegen de door Hennessy c.s. als productie 87 overlegde facturen slechts de hiervoor besproken formele verweren gevoerd. (...) Ten gevolge van deze gang van zaken heeft het partijdebat met betrekking tot de door Hennessy c.s. aan productie 87 verbonden stellingen zich onvoldoende uitgekristalliseerd.
(...)
6. BeslissingHet hof:
6.1 stelt LB11 in de gelegenheid een akte te nemen waarin zij een inhoudelijke reactie geeft op productie 87 van Hennessy c.s. en verwijst de zaak daartoe naar de rol van 28 mei 2019.