Gepubliceerd op vrijdag 6 juli 2007
IEF 4303
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Leeuwarder jurkjeszaak (bodem)

Rechtbank Leeuwarden, 27 juni 2007, HA ZA 06-364. Lucky Locked Limited tegen Van der Meulen Sneek B.V. (met dank aan Evert van Gelderen, De Gier & Stam)

Bodemprocedure in Leeuwarder jurkjeszaak. Inbreuk op auteursrechtelijk beschermde kinderverkleedjurk. Conservatoir beslag vervallen door te laat instellen van de eis in de hoofdzaak (artikel 260 Rv).

Lucy Locket heeft in Nederland een kinderverkleedjurk Dragonfly op de markt gebracht. Van der Meulen heeft ook een jurk, genaamd Who’s that girl? op de markt gebracht. Deze jurk vertoont wat betreft model, kleurstelling, materiaal en versierselen grote gelijkenis met de Dragonfly.

Lucy Locket heeft conservatoir beslag gelegd onder Van der Meulen. Voorts is zij een kort geding gestart tegen Van der Meulen. De Voorzieningenrechter te Leeuwarden heeft de vorderingen van Lucy Locket op grond van het auteursrecht toegewezen. Het hof heeft vervolgens dit vonnis bekrachtigd.

Ook in de onderhavige bodemprocedure gaat het in essentie om de vraag of Van der Meulen met het op de markt brengen van de Who’s that girl? jurken inbreuk maakt op een aan Lucy Locket toekomend auteursrecht op de Dragonfly.

Van der Meulen stelt dat aan de Dragonfly geen auteursrechtelijke bescherming toekomt, omdat deze jurk geen werk van letterkunde, wetenschap of kunst is. De rechtbank gaat aan deze stelling voorbij omdat uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie genoegzaam blijkt dat het auteursrecht mede bedoeld is om het uiterlijk van producten met een gebruiksfunctie te beschermen (zie artikel 10 lid 1 sub 11 Aw en HR 15 januari 1988, NJ 1988, 376). Vervolgens oordeelt de rechtbank dat aan de Dragonfly wel degelijk auteursrechtelijke bescherming toekomt. Eigen waarneming van de rechtbank leidt tot het oordeel dat de Dragonfly voldoende specifieke en bijzondere kenmerken – wat betreft de kleurencombinaties, materialen, versierselen en vormgeving – vertoont die, in onderlinge samenhang bezien, de conclusie rechtvaardigen dat de jurk een eigen oorspronkelijk karakter heeft dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Het verwateringsverweer – de vormgevingselementen van de Dragonfly zouden door veelvuldig gebruik en grootste navolging tot een onbeschermde stijl zijn verworden – van Van der Meulen is niet voldoende onderbouwd en wordt door de rechtbank terzijde gelegd. De principiële vraag of verwatering in het auteursrecht mogelijk is, blijft dan ook onbeantwoord.

De rechtbank is van mening dat de gelijkenis tussen de beide jurkjes zo groot is dat inbreuk op het auteursrecht wordt aangenomen. Hierdoor hoeft de vraag of er tevens sprake is van slaafse nabootsing – bij gebrek aan belang – niet te worden beantwoord.

Het conservatoire beslag is volgens de rechtbank een maatregel in de zin van artikel 50 TRIPS c.q. artikel 260 Rv en komen te vervallen, omdat Lucy Locket niet tijdig de eis in de hoofdzaak heeft ingesteld. Een kort geding is niet zo’n eis in de hoofdzaak. De kosten voor dit beslag komen dan ook niet voor rekening van Van der Meulen.

Lees het vonnis hier.