Gepubliceerd op vrijdag 13 oktober 2023
IEF 21710
Rechtbank Overijssel ||
9 okt 2023
Rechtbank Overijssel 9 okt 2023, IEF 21710; ECLI:NL:RBOVE:2023:3942 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/licentieovereenkomst-zelfsluitende-vloeddeuren-niet-rechtsgeldig-beeindigd

Licentieovereenkomst zelfsluitende vloeddeuren niet rechtsgeldig beëindigd

Vzr. Rb. Overijssel 9 oktober 2023, IEF 21710; ECLI:NL:RBOVE:2023:3942 (X tegen Y). X houdt zich in met het beheer van een verscheidenheid aan intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van ontwikkelde zelfsluitende vloeddeuren en is houdster van een Uniemerk. Y is in 2014 opgericht en houdt zich bezig met waterkeringen onder een merknaam. In 2018 hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten, waardoor het Y is toegestaan om tegen betaling de zelfsluitende vloeddeuren verder te ontwikkelen. Y heeft op haar beurt sublicenties verschaft aan buitenlandse partijen. In 2022 heeft X per brief medegedeeld de overeenkomst te beëindigen. X geeft als reden voor beëindiging dat Y heeft nagelaten bepaalde informatie over de verkoop met betrekking tot het merk te verstrekken. X heeft na beëindiging van de overeenkomst alle aandelen verkocht aan een bedrijf die sublicentienemer is van Y. X vordert dat hij stopt met de productie en exploitatie van zelfsluitende vloeddeuren die onderwerp waren van de licentieovereenkomst. X legt onder andere ten grondslag aan haar vordering dat Y zich schuldig maakt aan merkinbreuk. Y betwist daarentegen dat X rechtsgeldig de licentieovereenkomst heeft opgezegd. Daarnaast voert Y aan dat X geen redelijke opzegtermijn in acht heeft genomen. Y vordert in reconventie inzage in de koopovereenkomst van de aandelen in X.

De voorzieningenrechter geeft aan dat er geen grond bestond voor X om de overeenkomst te beëindigen. Y heeft voldoende bewezen wel voldaan te hebben aan de genoemde verplichtingen in de licentieovereenkomst. Daardoor heeft X onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij de licentieovereenkomst rechtsgeldig heeft beëindigd. In reconventie oordeelt de voorzieningenrechter dat geen reden bestaat voor Y om de informatie rondom de verkoop van de aandelen in X in te zien, omdat de verkoop de rechtsverhouding tussen X en Y niet beïnvloedt.  

5.11.

Al met al komt de voorzieningenrechter tot de slotsom dat [X] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij de licentieovereenkomst rechtsgeldig heeft beëindigd. Hieruit volgt dat alle vorderingen van [X] moeten worden afgewezen. De overige verweren die [Y] heeft gevoerd behoeven om die reden geen bespreking meer.