Gepubliceerd op vrijdag 25 augustus 2006
IEF 2526
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Los Logos

Rechtbank Amsterdam, 27 april 2006, KG 06-379. Janssen h.o.d.n. Parra tegen Factory Facts B.V. c.s. (Vonnis met dank aan Fulco Blokhuis, Boekx (wordt niet uitgesproken als Boek10)

Auteursrecht op prints. Kledingstukken zijn auteursrechtelijk verveelvoudiging

Pieter Janssen, bekend onder het pseudoniem “Parra”, is een internationaal bekend vormgever/grafisch ontwerper die sterk wordt geassocieerd met de hiphopscène. Het grafische werk van Parra is o.a. tentoongesteld in Rome, Milaan, Stockholm en Londen. Onder het merk Rockwell voert hij een kledinglijn Daarnaast heeft hij een platenlabel. Hij heeft onder andere een platenhoes (boven) en een t-shirt (midden) ontworpen. Gedaagden verhandelen een t-shirt verhandelen t-shirts van het merk ICEBERG met een volgens Parra identieke en volgens gedaagden geïnspireerde print op de markt (onder).

De Voorzieningenrechter  inbreuk aan t.a.v. vier gedaagden:

”Met Parra is de voorzieningenrechter van oordeel dat de print op de drie onder 1c bedoelde kledingstukken van Iceberg is samengesteld uit elementen van het t-shirt en de platenhoes van Parra. Weliswaar is de letterlijke tekst van de Iceberg-kledingstukken en de platenhoes niet helemaal hetzelfde maar het kleurgebruik en de vorm van de letters zijn praktisch identiek. Bovendien zijn de letters op dezelfde wijze geplaatst en is het kader, dat bepalend is voor het totaalbeeld, grotendeels gehandhaafd. Verder is het kroontje op de Iceberg-kledingstukken praktisch identiek aan het kroontje op het t-shirt van parra en staat het ook op dezelfde plaats, namelijk boven het woorddeel ‘Rock’.

De gelijkenis is zodanig dat er geen sprake kan zijn van toeval. De conclusie tot zover is dat de kledingstukken van Iceberg niet als een nieuw, oorspronkelijk werk zijn aan te merken, maar als een verveelvoudiging in de zin van artikel 13 Aw. Dat de Iceberg-print is gebaseerd op twee verschillende werken van Parra en niet op een, staat niet aan deze conclusie in de weg.”

Ten aanzien van een in België gevestigde gedaagde Blue Fashion is het verweer gevoerd dat deze agent is en de kledingstukken nooit in haar bezit heeft gehad. Zij zou zich alleen hebben bezig gehouden met ‘monitoring en reclame’.  De vorderingen tegen haar worden afgewezen, omdat onvoldoende duidelijk wordt welke feitelijke handelingen Blue Fashion heeft verricht.

Lees het vonnis hier.