Gepubliceerd op donderdag 29 maart 2007
IEF 3742
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Maatregelen

Persbericht Justitie: Minister Hirsch Ballin neemt maatregelen om herhaling van problemen bij de Stichting de Thuiskopie te voorkomen. Ontvangen thuiskopievergoedingen worden voortaan zo snel mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten verdeeld onder rechthebbenden. Het jaarverslag en de jaarrekening van de Stichting worden openbaar gemaakt.

Verder handhaaft de minister het thuiskopiestelsel zolang de geïncasseerde vergoedingen niet zijn verdeeld. Daarom blijven de vastgestelde tarieven en de lijst van heffingplichtige voorwerpen, waaronder de blanco cd en dvd, voorlopig tot 1 januari 2009 ongewijzigd.

Er komt in de tussenliggende periode overleg met alle betrokken partijen over het stelsel van thuiskopievergoedingen. De maatregelen volgen op een eerder besluit van minister Hirsch Ballin om het toezicht op de collectieve beheersorganisaties aan te scherpen en te verbreden. Een en ander blijkt uit een brief die hij gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De bewindsman reageert op een eindrapportage van het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) over de Stichting de Thuiskopie. Het College heeft onderzoek gedaan naar aanleiding van klachten, vooral over de financiële verantwoording en de verdeling van gelden.

Stichting de Thuiskopie is een privaatrechtelijke instelling, aangewezen om de vergoeding voor het maken van thuiskopieën te innen en te verdelen onder rechthebbenden. Zij verdeelt niet zelf maar wijst daarvoor zogenaamde verdeelorganisaties aan die het geld uitkeren.

Stichting de Thuiskopie heeft met een plan van aanpak al veel gedaan om de situatie te verbeteren. Zo is de aanwijzing van haar verdeelorganisaties aangescherpt en worden in de jaarlijkse financiële verantwoording de verdeling van de thuiskopiegelden, de inhoudingen en de reserveringen beter tot uitdrukking gebracht. Verder is een rapportage gemaakt over de incassojaren 2004 en 2005, aldus het College.

Ook heeft de toezichthouder er voldoende vertrouwen in dat de Stichting de Thuiskopie in staat is de resterende problemen, waaronder nog niet verdeelde gelden, te verhelpen. Maar dit vereist grote inspanningen, waarvan de resultaten uit volgende rapportages moeten blijken.

In de eindrapportage staat dat er bij de ingeschakelde verdeelorganisaties in de loop der jaren circa 57 miljoen euro is opgebouwd voor verdeling onder rechthebbenden die niet kunnen worden getraceerd en soms ook niet (meer) bestaan. Dit getal moet volgens door Stichting de Thuiskopie overgelegde informatie worden ge nuanceerd, omdat een aanzienlijk deel van het bedrag in 2005 nog niet het gebruikelijke proces van verdeling had doorlopen.

Sommige verdeelorganisaties hanteren daarbij een termijn van drie jaar, andere een periode van vijf jaar. Afhankelijk daarvan gaat het om een bedrag tussen de 15 en 25 miljoen euro aan onverdeeld geld. Verder zijn de nodige gelden gereserveerd in verband met lopende rechtszaken. Een deel van het bedrag zal inmiddels tot uitkering zijn gekomen dan wel op korte termijn kunnen komen.

Dat laat onverlet dat er veel onverdeeld geld is, gezien de totale omvang van de incasso in 2005 van circa 26 miljoen euro. Het CvTA heeft Stichting de Thuiskopie daarom gevraagd met voorstellen te komen om het bedrag aan onverdeelde gelden af te bouwen. Momenteel overleggen beide instanties hierover.

Omdat het College zijn vertrouwen in Stichting de Thuiskopie uitspreekt, is er op dit moment geen aanleiding om de aanwijzing in te trekken. Ik hecht sterk aan het oordeel van het CvTA, aldus de minister in zijn brief. Maar de kwestie van de onverdeelde gelden acht ik vanuit mijn verantwoordelijkheid voor het auteursrecht, waaronder het goede functioneren van het thuiskopiestelsel,zorgelijk. Daarom zal het College strikt toezien op een zorgvuldige uitvoering van de aangekondigde maatregelen die noodzakelijk zijn met het oog op de toekomst.

Verder wordt de Stichting de Thuiskopie verplicht om de geïnde gelden binnen drie jaren volgend op het jaar van de incasso te verdelen. Deze voorziening moet voorkomen dat onverdeelde gelden ook in de toekomst kunnen accumuleren. Onverdeelbare gelden vloeien terug naar de betalingsplichtigen - producenten en importeurs van blanco dragers - via een verrekening met toekomstige incasso. Dat laatste geldt ook voor de onverdeelde gelden die in het verleden zijn opgebouwd, en uiteindelijk niet kunnen worden uitgekeerd. 

Tot slot wordt het CvTA gevraagd om te onderzoeken of en zo ja hoeveel onverdeelde geld er is bij de andere onder zijn toezicht ressorterende collectieve beheersorganisaties. Afhankelijk van de resultaten komen er maatregelen om onverdeelde gelden met inachtneming van de belangen van rechthebbenden en betalingsplichtigen juist, tijdig en efficiënt af te bouwen.

Lees het persbericht en aanvullende documenten hier.