19 jan 2022
Merken te kwader trouw gedeponeerd
Rb Rotterdam 19 januari 2022, IEF 20515; ECLI:NL:RBROT:2022:257 (HiBaby tegen Interchild) Volgens HiBaby heeft Interchild de HiBaby-merken, oftewel het Benelux woordmerk HIBABY en het Benelux beeldmerk, te kwader trouw gedeponeerd. HiBaby vordert dat Interchild deze rechten aan haar overdraagt. Subsidiair vordert HiBaby de doorhaling van deze merken te bevelen in het register van het BBIE. HiBaby stelt dat Interchild per e-mail heeft aangegeven dat zij babyproducten wil gaan verkopen onder de naam HIBABY. Ze geeft hierbij ook aan dat dit voor verwarring zal zorgen bij het publiek. Volgens de rechtbank is er op basis van deze feiten geen sprake van inbreuk op het handelsnaamrecht van HiBaby. HiBaby heeft daarnaast onvoldoende gesteld dat ze andere intellectuele eigendomsrechten heeft. Op grond hiervan kan HiBaby dus niet succesvol de overdracht van de HiBaby-merken vorderen. De feiten in casu rechtvaardigen wel een verbod op grond van een onrechtmatige daad, want Interchild heeft de merken te kwader trouw gedeponeerd. Concluderend is de rechtbank van oordeel dat er geen rechtsgrond bestaat voor de overdracht van de HiBaby-merken. De subsidiaire vordering tot doorhaling van de HiBaby-merken op grond van artikel 2.2bis lid 2 BVIE juncto 2.28 lid 1 BVIE, moet wel worden toegewezen.
3.6. De conclusie is dat de rechtbank de primaire vordering tot overdracht van de HiBaby-merken zal afwijzen wegens het ontbreken van een rechtsgrond en de subsidiaire vordering tot doorhaling van de HiBaby-merken op grond van artikel 2.2bis lid 2 BVIE juncto artikel 2.28 lid 1 BVIE zal toewijzen.