Gepubliceerd op donderdag 13 oktober 2005
IEF 1047
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Merkenrechten van de Mens

Kappen nou met dat merkhouder! De wereldtournee van het reizende circus Budweiser-Budvar heeft dinsdag Straatsburg aangedaan, in een geslaagde poging om zelfs het Hof voor de Rechten van de Mens tot een uitspraak te verleiden in de Amerikaans-Tsjechische Herkomstaanduidingenoorlog. Gevolgen voor Nederland zijn terminologisch interessant, maar verder is de uitspraak eigenlijk weinig opzienbarend. Wellicht dat een handige advocaat of fiscalist er nog iets interessant mee kan doen.

Anheuser-Busch Inc.(Budweiser) beriep zich voor het hof op artikel 1, Protocol 1 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (Bescherming van eigendom Iedere natuurlijke of rechtspersoon heeft recht op het ongestoord genot van zijn eigendom), teneinde een Portugese weigering om het  merk in te schrijven ongedaan te maken. De weigering geschiedde op grond van de een bilateraal verdrag dat pas na het verrichten van het depot in werking was getreden.

Het hof oordeelt echter dat een aanvraag voor een merkregistratie slechts een voorwaardelijk recht is en alleen een geregistreerd merk als 'eigendom' in de zin van dit artikel kan worden aangemerkt, mits het geen inbreuk op de rechten van derden maakt. Van eigendom i.c. dan ook geen sprake.

Tegenstanders van het woord 'merkhouder' kunnen de uitspraak wellicht gebruiken om de discussie in hun voordeel te beslechten en er voor te zorgen dat bij geregistreerde merken voortaan wordt gesproken van de 'eigenaar van het merk' en niet van de 'merkhouder'. Dat dat een aanpassing van de BMW en de BVIE vereist, is vanzelfsprekend niet meer dan een detail. Lees persbericht over uitspraak hier.